Houdt N-VA het been stijf in de regering? Belgisch compromis in de maak over artsenquota!

Het bepalen van de nieuwe artsenquota houdt de regering al even in de greep. Het blijkt immers dat de discussie over het aantal studenten geneeskunde een gevoelig communautair dossier is geworden. Gisteren – dinsdag 28 juni – was er een uitvoerig debat over in de commissie Volksgezondheid van de Kamer, waaraan ook Barbara Pas deelnam en er – uiteraard – elke toegeving aan de Franstaligen, zoals uit het nieuwe voorstel blijkt, bestreed.* 

De ‘numerus clausus’ is al jaren aan de orde. De verdeling van het aantal artsen tussen Vlaanderen en de Franstalige Gemeenschap is al jaren vastgelegd op een strakke 60/40 verhouding, zeg maar: op basis van de bevolkingsaantallen. Om een en ander in de hand te houden, voerde de Vlaamse gemeenschap al in 1997 een toelatingsexamen voor de geneeskundestudies in om de instroom in het beroep onder controle te houden. Dat lukte behoorlijk. Tot voor kort deed Franstalig België helemaal niets. Nu wil men ‘een filter’ invoeren na het eerste jaar. Men leverde al die tijd dus onbeperkt nieuwe artsen af. In 2018 zouden er aldus in Franstalig België naar schatting duizend gediplomeerde artsen op overschot zijn.

Dus ging de Planningscommissie voor het medisch aanbod aan de slag om een ‘oplossing’ uit te werken. Naar verluidt zou minister van Volksgezondheid De Block het advies van deze commissie willen volgen. Om te beginnen wil men het quotum artsen dat het beroep mag uitoefenen doen stijgen tot 1320. En daarna zou de 60/40-verdeelsleutel losgelaten worden vanaf 2022, waardoor Vlaanderen recht zou krijgen op 745 artsen (56,5 %) en de Franse Gemeenschap 575 (43,5 %). De Planningcommissie werkte in haar voorstel ook uit dat de Franstalige artsen op overschot toch patiënten zullen kunnen behandelen. In ruil moeten de Franstalige universiteiten echter vanaf september reeds minder studenten geneeskunde toelaten.

Een typisch Belgisch compromis dus omdat de Franstaligen jarenlang hun laarzen aan de normen hebben gelapt. Vlaanderen – dat altijd correct en volgens de afspraken zijn beleid heeft gevoerd – mag er dus weer voor opdraaien. De goede leerling wordt gestraft, de slechte beloond.

Het spreekt vanzelf dat het Vlaams Belang deze Belgische koehandel fundamenteel afkeurt. N-VA, bij monde van Kamerlid Valerie van Peel, ook. Het valt nu af te wachten of N-VA binnen de schoot van de regering het been zal stijf houden. “De bodem is voor ons bereikt voor wat betreft toegevingen aan de Franstaligen”, zegt Van Peel. Ook N-VA-nationaal secretaris – en dokter – Louis Ide spreekt in termen van “onaanvaardbaar”. In Knack van 9 juni jl. lazen we overigens nog dat Van Peel zegde: “Al is er nog altijd een tweede oplossing. Als men aan Waalse zijde toch zo graag zijn zin wil doen, maar wel vindt dat we federaal de rekening moeten betalen, splits dan maar de gezondheidszorg.”

 Spierballengerol van N-VA, zoveel is duidelijk. Barbara Pas zal niet nalaten N-VA aan deze uitspraken te herinneren en ze te bevestigen. Het zou immer niet de eerste keer zijn dat N-VA overschakelt van waakhondmodsus naar schoothondmodus!

* Lees HIER het verslag van de commissie Volksgezondheid van 28 juni.