Volgens de Grondwet kan het taalgebruik in België slechts bij wet of decreet worden geregeld en dit enkel voor handelingen van het openbaar gezag en voor gerechtszaken. Gelet op de huidige maatschappelijke context, en met name de bedreigingen die de globalisering, de verengelsing en de immigratie vormen voor het bestendigen van het Nederlands als volwaardige cultuurtaal voor alle maatschappelijke aspecten, moet de wetgever eveneens de mogelijkheid krijgen het Nederlands te beschermen op het vlak van de handelsreclame, op het culturele en op het religieuze vlak. Hiertoe diende de Vlaams Belang-fractie begin dit jaar in de Kamer van volksvertegenwoordigers een voorstel tot herziening van de Grondwet in en meer bepaald om het artikel 30 uit te breiden.
Onze Kamerleden zijn immers van mening dat het voor de wetgever ook mogelijk moet zijn taalregelend op te treden op het vlak van de handelsreclame, waar de verengelsing zich de afgelopen decennia met kracht heeft doorgedrukt. Maar ook op het culturele en religieuze vlak moet het volgens hen mogelijk worden in die zin op te treden. Met het oog op de stabiliteit van een samenleving is het bijvoorbeeld absoluut niet gewenst dat in moskeeën nagenoeg uitsluitend in het Arabisch en Turks kan worden gepreekt, omdat dit duidelijk indruist tegen de vereiste aanpassing en assimilatie van immigranten die hier wensen te blijven. In het licht van de terreuraanslagen en -dreigingen van de jongste maanden heeft dit laatste aspect overigens nog een bijkomende dimensie gekregen, aangezien gebleken is dat er in bepaalde moskeeën opruiende antiwesterse haatpropaganda wordt verkondigd en de veiligheidsdiensten deze problematiek niet de baas kunnen, onder meer door een gebrek aan Arabisch- en Turkssprekende rechercheurs. Ook op een aantal andere vlakken wordt momenteel algemeen de nood aangevoeld om taalregelend op te treden, daar waar artikel 30 van de Grondwet dit onmogelijk of bijzonder moeilijk maakt. Gedacht wordt in dit verband bijvoorbeeld aan het opleggen aan artsen van kennis én gebruik van de streektaal bij de behandeling van patiënten. De schrijnende toestanden die er ter zake momenteel bestaan in Vlaams-Brabant en in de Brusselse ziekenhuizen zijn alom gekend en worden ook algemeen veroordeeld, maar kunnen momenteel op wetgevend gebied slechts moeizaam en op onbevredigende wijze worden aangepakt.
In andere landen die geconfronteerd worden met de taalproblematiek en die de noodzaak hebben aangevoeld om de landstaal te beschermen tegen verdringing door andere, dominantere talen, bestaan er beschermingsbepalingen die veel ruimer zijn dan wat momenteel door artikel 30 van de Belgische Grondwet wordt toegestaan. Er kan in dit verband worden verwezen naar het Canadese Québec, waar het Frans een vergaande bescherming geniet op maatschappelijke domeinen die in België door artikel 30 van de Grondwet van enige taalkundige bescherming totaal worden uitgesloten. Die zijn vervat in de Charte de la langue française en leggen onder meer taalkundige verplichtingen op inzake economie en tewerkstelling, publicaties en handelsreclame, webstekken en software, culturele aangelegenheden, enz.
Het volledige voorstel lees je HIER.