De Franse gemeenschapscommissie – ‘COCOF’ – stapt naar het Grondwettelijk Hof om het Vlaams inschrijvingsdecreet te laten opschorten. De Franstaligen hadden daar al eerder een belangenconflict over ingediend, maar dat bleef zonder gevolg. Concreet vinden zij dat een verhoging van de voorrangsregels voor Nederlandstaligen in het Nederlandstalig onderwijs te Brussel van 55 naar 65 procent discriminerend werkt. Vlaams parlementslid Jan Laeremans bevroeg onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) over dit juridisch pestgedrag.
Vanaf volgend schooljaar treedt een vernieuwd inschrijvingsdecreet in werking voor het Vlaamse onderwijs. Met dit inschrijvingsdecreet zal ook de voorrangsregel voor leerlingen die Nederlands spreken verscherpt worden in Nederlandstalige scholen te Brussel. Dit betreft een verhoging van 55 naar 65 procent voorbehouden plaatsen. Een eerdere vraag van Laeremans toonde al aan dat deze voorrangregel positief werkt. Door de huidige voorrangsregel is er in het kleuteronderwijs 62% meer kans dat een Nederlandstalig kind in zijn eerstekeuzeschool kan starten, in het lager onderwijs is dit 35 procent.
Arrogante sabotagedaad
Maar in de pers schreeuwde COCOF-voorzitster Barbara Trachte (Ecolo) moord en brand dat dit Franstalige en anderstalige kinderen zou discrimineren en dit zou ingaan tegen het principe van de vrije schoolkeuze. Nochtans is de toekenning van de voorrang Nederlands niet gebaseerd op afkomst. De voorrang wordt immers toegekend aan kinderen waarvan minstens één van beide ouders aantonen dat ze over voldoende kennis van het Nederlands beschikken.
Daarom interpelleerde Laeremans onderwijsminister Weyts over de gevolgen van dit beroep voor het inschrijvingsdecreet. Hierbij noemde Weyts het initiatief van de Franstaligen een zinloos politiek ‘statement’. “Ik ben verheugd dat de Vlaamse regering die arrogante sabotagedaad van de COCOF ook veroordeelt. Ik hoop dat we in de toekomst met alle Vlaamse partijen samen een vuist kunnen vormen tegen de Franstalige ondermijning van de belangen van de Brusselse Vlamingen”, aldus nog Laeremans.
Eerst onze leerlingen
Maar voor Vlaams Belang gaat de regering met de komende verhoging naar 65 procent nog niet ver genoeg. “Nog altijd vallen er veel Nederlandstalige leerlingen uit de boot. Voor ons mag die voorrang zelfs uitgebreid worden tot 100 procent!”, besluit Laeremans. “Het is toch maar logisch dat Nederlandstalig onderwijs ingericht en bekostigd door Nederlandstaligen er in de eerste plaats is voor Nederlandstalige leerlingen? Als de Franstalige regering goed onderwijs wil, dan moeten ze voor eigen deur vegen en zelf investeren in hun scholen. Voor ons is het belangrijk dat elke Brusselse Nederlandstalige leerling in Brussel in de school van zijn keuze kan terechtkomen.”
Dennis Bels
Bron: Vlaams Belang, Ledenblad van de Vlaams-Nationale partij, maart 2020