In de Kamer van volksvertegenwoordigers lag in de plenaire vergadering van 2 juli een ‘wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake gezondheid’ te bespreking en stemming voor. Zulk een wetsontwerp is, zoals de naam het zelf suggereert, een vergaarbak voor verschillende wijzigingen aan een aantal wetten inzake gezondheidszorg.
Eén van de thema’s die in dit wetsontwerp aan bod kwamen, was de Orde van Geneesheren. Om politiek correct en geslachtsneutraal te zijn, wordt deze Orde voortaan omgedoopt tot de Orde van Artsen. Er werden echter ook nog een aantal andere wijzigingen doorgevoerd in de organisatie van deze Orde en daarbij kwam ook onverwacht een communautair aspect om de hoek kijken. Tot nog toe hadden Franstalige artsen die in de Vlaamse randgemeenten rond Brussel wonen faciliteiten in hun contacten met de Orde van Artsen. In de eerste versie van haar wetsontwerp bracht de regering nu – zo goed als zeker onbewust – een aantal wijzigingen in de wet aan, waardoor deze rechten op de helling kwamen te staan.
Waken
De Raad van State waakte evenwel, en wees de regering erop dat dit zo zijn consequenties had voor de faciliteiten die Franstalige artsen uit de randgemeenten in hun contacten met de Orde momenteel genieten. De regering wijzigde gauw deze bepalingen, zodat de faciliteiten voor de Franstalige artsen opnieuw verzekerd waren.
Dit was Barbara Pas evenwel niet ontgaan. Zij diende op haar beurt dan maar drie voorstellen tot tekstwijziging (amendementen) in op het wetsontwerp door terug te grijpen naar de eerste versie ervan, die tot strekking hadden om de faciliteiten die Franstalige artsen uit de randgemeenten bij de Orde genieten eens en voorgoed af te schaffen. Over die tekstwijzigingen moest heel de Kamer van volksvertegenwoordigers stemmen. De N-VA, zoals we ze intussen al gedurende een jaar kennen, stemde braafjes op zijn Belgisch de afschaffing van deze faciliteiten weg en dus voor het behoud ervan…