Een artikel van Luk Van Nieuwenhuysen in Vlaams Belang Magazine, maandblad van de Vlaams-nationalistische partij, oktober 2017
Vergelijk het beleid van de Vlaamse regering voor de Vlaamse Rand van zo’n kwarteeuw geleden en zoek het verschil met dat van vandaag. Waar ligt dan de grote verandering?
Het verschil ligt in het gebrek aan kordaatheid en de wil om het Vlaams en groen karakter van de regio rond Brussel te verdedigen, te handhaven en te herstellen. De Vlaamse regering onder minister-president Luc Van den Brande stelde zich destijds voorwaar assertiever op dan de regering-Bourgeois en zocht tenminste naar middelen om de verfransing tegen te gaan. Het was dan wel allemaal te braaf, maar Vlabinvest werd opgericht om de autochtone bevolking betaalbare woongelegenheid te verstrekken, de vzw De Rand zag het daglicht en zou het Vlaams karakter van de streek ondersteunen, er werden gemeenschapscentra gebouwd die in de faciliteitengemeenten het Nederlandstalig cultuurleven in leven moesten houden en met de gemeenschapskrantjes en de Randkrant werd er aan communicatie gewerkt. Vandaag echter straalt het beleid moedeloosheid uit. Vlabinvest is een druppel op een hete plaat, de vzw De Rand doet gezapig voort, de Franstalige faciliteitenscholen krijgen nog altijd Vlaamse centen toegestopt, de Gordel is een zielloos festivalletje geworden en de hoofdredacteur van de Gemeenschapskranten in de zes faciliteitengemeenten schrijft “dat de meeste mensen de communautaire scherpslijperij stilaan beu zijn. Want zeg nu zelf, het zijn vermoeiende bezigheden”. De Vlaamse regering vertoont inderdaad tekenen van vermoeidheid. Het is kenmerkend dat CD&V-voorzitter Wouter Beke enige weken terug naar eigen zeggen liever in het bronsgroen eikenhout ging fietsen dan af te zakken naar het Gordelfestival. Het heeft hem overigens een confrontatie bespaard met het Vlaams Belang dat daar actie voerde onder de slogan: ‘reanimeer het Vlaams beleid in de Rand’. Partijvoorzitter Tom Van Grieken deelde samen met een aantal parlementsleden en militanten wondpleisters uit, om aan te geven dat er meer dan oplapwerk nodig is in die Vlaamse Rand rond Brussel.
Negatieve spiraal
Dat kon u hier overigens vorige maand al lezen naar aanleiding van de cijfers van Kind en Gezin waaruit blijkt dat steeds minder gezinnen in de Vlaamse Rand thuis Nederlands spreken en dat het aantal geboorten in Franstalige gezinnen er een pak hoger ligt dan in Nederlandstalige. In de faciliteitengemeente Drogenbos bijvoorbeeld is er op de 74 nieuw geborenen nog slechts één baby die Nederlands als thuistaal meekrijgt. Wordt dit het toekomstbeeld voor de hele Vlaamse Rand? Als de Vlaamse regering niet mobiliseert allicht wel. Echter, Bourgeois en zijn ploeg lijken zich wel bij de verbrusseling – lees internationalisering en ontnederlandsing – van de Rand neer te leggen. Bevoegd minister Ben Weyts haalt om de haverklap de media met nieuwe verkeersborden die hij eigenhandig over heel Vlaanderen lijkt uit te planten, maar als het over de Vlaamse Rand gaat blijft hij opvallend op de achtergrond. Vijftien jaar terug verklaarde toenmalig minister-president De Wael nog dat de faciliteiten moesten worden afgeschaft. Weinig geloofwaardig uit zijn mond, maar je hoort de huidige minister-president zoiets niet zeggen.
Het kan anders
De neerwaartse spiraal waarin de Vlaamse Rand zich bevindt kan nochtans wel degelijk worden doorbroken. Om de negatieve invloed op het onderwijsniveau ingevolge de toevloed van anderstalige leerlingen structureel op te vangen moet worden voorzien in verplichte taalbadklassen die de kinderen grondig voorbereiden op een schoolcarrière in het Nederlandstalig onderwijs. Zoals het nu is, kijken heel wat jonge Vlaamse gezinnen uit de Rand uit naar een meer taal homogene omgeving voor hun kinderen en verhuizen liever.
Degenen die toch blijven, moeten daarvoor hogere huurprijzen over hebben of veel geld neertellen wanneer ze een woning willen kopen. Vlabinvest, het rollend fonds dat destijds werd opgezet om Vlamingen uit de regio de kans te geven om betaalbaar in hun gemeente te blijven wonen, werd echter overgeheveld naar de provincie Vlaams Brabant en het werkingsgebied ervan werd uitgebreid van 9 naar 39 gemeenten. Vorig jaar kwam men amper aan een gemiddelde van drie nieuwe woongelegenheden per gemeente. En dat terwijl de regio jaarlijks duizenden inwijkelingen moet slikken die een enorme druk zetten op de woningmarkt. Het ligt voor de hand dat er veel meer middelen moeten worden ingezet voor Vlabinvest, maar dat volstaat niet. Een heus woon- en vestigingsbeleid is aangewezen, waarbij voorrang wordt verleend aan gezinnen die een maatschappelijke en culturele binding hebben met de regio. Dat kan door middel van één woonregie die lokale woonregies overkoepelt en coördineert en die zich naast sociale huisvesting ook actief beweegt op de vastgoedmarkt door de aankoop van bestaande woningen, het realiseren van nieuwbouw en het verwerven van bouwgronden, met het oog op een doorverkoop aan een objectieve prijs aan Vlaamse gezinnen. Ook met privé-verkavelaars en projectontwikkelaars moeten afspraken worden gemaakt over de toewijzing van kavels en woningen en over de communicatie ter zake. Dat alles is een omvattende en moeilijke opdracht, maar een verdere verstedelijking van gebieden die grenzen aan het Brussels hoofdstedelijk gewest moet uit den boze zijn.
Er zijn nog tal van andere beleidsmaatregelen mogelijk. Het systematisch hanteren van het Nederlands als exclusieve taal in het onderwijs, in sportclubs, in het culturele leven, in de contacten met overheidsinstanties, maar ook in het straatbeeld moet vanzelfsprekend worden. Aan inwijkelingen moet van meet af aan duidelijk worden gemaakt dat ze zich in Vlaanderen bevinden waar de voertaal het Nederlands is. De taalfaciliteiten in de zes randgemeenten van Brussel moeten worden afgeschaft.
Misschien komt het allemaal wat drastisch over, maar het is dàt of een verdere internationalisering, verfransing en ontnederlandsing van de brede Vlaamse Rand rond Brussel.
Verandering?
Een tiental jaren terug legde Vlaams Belang een hele reeks mogelijke maatregelen op tafel waarmee zowel door de Vlaamse als de lokale overheden op zijn minst een halt kon worden toegeroepen aan de ontvlaamsing van de Rand. Maar de Vlaamse strijdbaarheid en het Vlaamse zelfvertrouwen lijken wel uit deze Vlaamse regering te zijn weggeëbd in plaats van versterkt. In die zin kan je natuurlijk ook van een verandering gewagen. Maar is dat de verandering die de Vlaamse kiezer heeft gewenst? We durven hopen van niet.