Nadat de al maanden aanslepende discussie op federaal niveau in verband met het doorvoeren van een tax shift de jongste dagen in een stroomversnelling kwam, schoot Vlaams minister-president Bourgeois even wakker. In de pers liet hij verstaan dat ook de deelstaten daarbij betrokken zouden moeten worden. Bourgeois was daarbij vooral de slag onder de gordel indachtig die de federale regering hem met de begrotingscontrole had toegediend, waardoor Vlaanderen ineens 400 miljoen euro extra mocht besparen. Het zag er dus naar uit dat Bourgeois dit geen tweede keer meer wilde zien gebeuren en daarom van zich liet horen.
Teruggefloten
Hierover ondervraagd in het Vlaams Parlement, nam de minister-president evenwel al heel wat gas terug, nadat coalitiepartner Open-VLD hem daarvoor had teruggefloten. Hij wil er helemaal niet bij betrokken worden, zo luidt het daar, hij wil alleen dat er wat rekening wordt gehouden met de gevolgen voor de deelstaten. Deze bocht van 180 graden stelde Vlaams Belang fractieleider Chris Janssens uiteraard teleur: “ik had na uw krasse oproep om deel te mogen uitmaken van het debat over de tax shift even de indruk dat de Vlaamse Regering ontwaakt was uit haar communautaire winterslaap maar mijn hoop bleek van korte duur want u werd al heel snel teruggefloten door uw coalitiepartner. Ook uw partijgenoot, de federale minister van Financiën, zegt dat de regio’s zich niet te veel illusies moeten maken dat ze bij dit debat betrokken zullen worden. Uiteindelijk hoor ik ook u zelf hier vandaag terugkrabbelen.”
N-VA wantrouwt N-VA
Janssens trok hieruit ook de conclusie dat de symmetrische regeringen die men op Vlaams en federaal niveau had ingesteld om wrijvingen te voorkomen niet werkt. De oproep van Bourgeois is immers niets anders dan een motie van wantrouwen van de Vlaamse regering tegen de federale regering. “Ik zie vooral, zowel in de Vlaamse als in de Federale Regering, veel verdeeldheid, zelfs over een tax shift, die eigenlijk geen belastingverschuiving maar een belastingverlaging zou moeten zijn. Ik stel vast dat zelfs daarover geen eensgezindheid bestaat.”