‘We are Belgium’, Rode Duivels redden België
Vandaag verscheen onderstaande column van Barbara Pas onder deze titel op doorbraak.be.
Zeer binnenkort draait de marketingmachine op volle toeren en zullen we allerhande tricolore attributen zien verschijnen: bekers, wimpels, vlagjes, achteruitkijkspiegelhoesjes, babyslabbetjes, vodden, tapijten, pruiken, vuvuzela’s… Tricolore prullaria worden gratis uitgedeeld bij bakken bier. Deze denigrerende behandeling wordt onze Vlaamse Leeuw vooralsnog bespaard.
We are Belgium op uw kosten
En ook de trouwe klanten op elk regeringsvliegtuig (op onze kosten) richting voetbalstadion zullen weer staan dringen, de politici die een graantje willen meepikken, die mee op de foto’s willen staan. De immer vriendelijke Lucien Van Impe bijvoorbeeld – dat is nu wel een wielrenner, maar kom – kan zich tot op heden nog steeds opwinden wanneer hij de foto’s ziet van zichzelf als eindwinnaar van de ronde van Frankrijk in 1976. Op de Champs-Élysées zie je rechts Lucien, links zijn moeder Julia en daartussen de Brusselse CVP-er Jos Chabert, een man die hij van haar noch pluimen kende en die hij nadien ook nooit meer gezien heeft.
Politieke recuperatie
En zo belanden we bij het meest ergerlijke aspect: de misplaatste politieke recuperatie. De Belgische ploeg als voorbeeld voor ons allen, als bindmiddel voor de natie, als bewijs voor het goed functioneren van een land. Het is een quote die we voordien al vele politici hebben horen maken.
Als de maatstaf voor het draaien van een land de prestaties van een nationaal voetbalteam zijn, dan mogen we dus allemaal een voorbeeld nemen aan het Argentinië van de jaren ’70. Het bankroete Argentinië van generaal Videla, de politieke moorden en de Dwaze Moeders. Wel, in 1978 speelde dat Argentinië, met Alberto Tarantini en Mario Kempes, wereldkampioen in eigen land. Dat land moet dus – in die infantiele logica – wel heel goed gefunctioneerd hebben!
‘We’ zijn al wereldkampioen!
Als moet bewezen worden dat België functioneert, verwijst men naar een voetbalploeg. Alsof het ene iets met het andere te maken heeft. Die redenering slaat werkelijk nergens op. Het is niet omdat de Rode Duivels wereldkampioen zouden worden, dat België plots een democratisch land zou zijn, waar de rechten van de Vlaamse meerderheid worden geëerbiedigd en waar misdaad daadwerkelijk en correct bestraft wordt.
Vorige maand reeds startte Het Laatste Nieuws een artikelenreeks over de gevolgen als we wereldkampioen zijn. Het vel van de beer wordt dit keer wel al heel snel verkocht. In 2016 zouden de Rode Duivels ook al op één been Europees kampioen worden… In deel 2 van de reeks in HLN sprak Herman Van Rompuy de hoop uit dat zo’n titel kan helpen het gedeukte imago van België internationaal op te poetsen: ‘Terreuraanslagen? Hell hole? Het meest ingewikkelde land ter wereld? 541 dagen zonder regering? Al dat negativisme wordt vergeten. Een wereldtitel heeft een énorme impact op ons imago. De wereld zal ons opnieuw sympathiek vinden‘, aldus een wanhopige Herman. Of hoe een losse verzameling rijkbetaalde clubspelers de realiteit moet doen vergeten.
Voetbalsucces draagt niets bij tot het bijeenhouden van België. Sport zorgt niet voor nationale eenheid, alleen maar voor een tijdelijk en vluchtig supportersgeluk. Gelieve dan ook niet krampachtig sport en politiek te vermengen. Niemand, en al zeker niet de sportliefhebber, heeft een boodschap aan de politieke recuperatie door koning of politici.
Farage heeft overschot gelijk. België is geen natie. Nog een paar jaar en België wordt herleid tot een voetbalploeg, een praline- en een biersoort.