De gecoördineerde taalwetten, die het gebruik van talen in bestuurszaken regelen, mogen dit jaar 50 kaarsjes uitblazen. Zij vormen één van de belangrijkste onderdelen van de taalwetgeving in België. Deze wetten schrijven voor waar welke landstaal gebruikt moet worden: Nederlands, Frans of Duits. Zij regelen daarbij zowel het taalgebruik van ambtelijke diensten als het taalgebruik met de burger.
Een artikel van Stijn Hiers in Vlaams Belang, ledenblad van de Vlaams-Nationale partij, mei 2016
De plaatselijke overheidsdiensten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moeten uiteraard tweetalig zijn, en er moet voldoende personeel zijn om beide taalgroepen te kunnen bedienen. Die bepalingen trachtte men te omzeilen via het zogenaamde taalhoffelijkheidsakkoord, dat in de praktijk echter meer een taalwetovertredingsakkoord was. De Raad van State schorste dat akkoord dan ook in 2003 en nogmaals in 2005 wegens onwettelijk.
De Brusselse vicegouverneur is belast met de controle op de naleving van de taalwet bij aanwervingen van gemeente- en OCMW-personeel. Door de vicegouverneur geschorste besluiten kunnen vervolgens door de gemeenten worden ingetrokken. Gebeurt dat niet, dan moeten deze besluiten worden vernietigd door de voogdijoverheid over de plaatselijke besturen. Voor de Brusselse gemeenten is dat de minister van de Brusselse regering belast met de voogdij over de gemeenten; voor de OCMW’s zijn dat de twee collegeleden van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie belast met de voogdij over de Brusselse OCMW’s. Uit het recentste rapport van de Brusselse vicegouverneur blijkt echter dat de Brusselse overheden, ook 50 jaar na datum, dit nog steeds feestelijk aan hun laars lappen, zonder dat daar vanuit Vlaamse hoek op een overtuigende en efficiënte wijze tegen wordt geprotesteerd.
Taalwet blijft dode letter
Bij de 19 Brusselse gemeenten waren voor het jaar 2014 meer dan 60% van alle aanwervingsdossiers niet in orde met de taalvoorschriften. Vooral bij de contractuele aanstellingen is het huilen met de pet op. Daar zijn bijna 9 van de 10 aanstellingen illegaal.
Van al die dossiers die door de vicegouverneur naar de Brusselse minister-president werden doorgestuurd, vernietigde deze laatste welgeteld… NUL illegale aanstellingen. Kortom: voor deze minister-president blijft de taalwet een vod papier waar hij de Vlamingen vierkant mee uitlacht.
Bij de 19 Brusselse OCMW’s is het zo mogelijk nog erger gesteld: 86 % van alle dossiers waren in 2014 illegaal. Zeker op het vlak van de contractuelen is het hek totaal van de dam: 95,8% van de contractuelen in de OCMW’s werden in 2014 in strijd met de taalwet aangeworven. Aantal door de Brusselse overheid vernietigde aanstellingen: opnieuw NUL.
Honderden jobs aan Vlamingen ontstolen
Los daarvan stelt de taalwet ook dat de aanwervingen moeten verdeeld worden over de beide taalgroepen. Concreet moet er voor de hogere betrekkingen pariteit zijn, en voor de lagere betrekkingen moet minstens 25% van de betrekkingen aan elke taalgroep toekomen. Maar ook daar wordt in Vlaanderens hoofdstad geen enkele rekening mee gehouden. Zo werden in 2014 36 topbetrekkingen aan de Nederlandstaligen onthouden ten voordele van Franstaligen.
Op basis van de dossiers die bij de vicegouverneur jaarlijks worden ingediend, kunnen we ook vaststellen dat voor 2014 de Nederlandstaligen slechts 13,5% van de te begeven lagere betrekkingen in de Brusselse gemeenten kregen, in plaats van de minstens 25% dat hen wettelijk gezien moet toekomen. En opnieuw is de situatie bij de 19 hoofdstedelijke OCMW’s nog dramatischer.
In geen enkel OCMW wordt de minimumverhouding van 25% van de betrekkingen gehaald of zelfs maar enigszins benaderd. In 5 OCMW’s kregen de Nederlandstaligen zelfs GEEN ENKELE BETREKKING. Globaal genomen kregen de Nederlandstaligen in 2014 nog niet eens 5% van de jobs in de OCMW’s. Dat is vijfmaal te weinig dan waar ze wettelijk recht op hebben.
Kortom: door de onwil van de Brusselse meerderheidspartijen (waaronder ook Open VLD, CD&V en sp.a) heerst de totale illegaliteit wat de naleving van de taalwetgeving betreft. De gevolgen daarvan voor de Nederlandstaligen zijn dramatisch: er is zo goed als geen tweetaligheid van de dienst en er worden duizenden betrekkingen aan de Vlamingen ontstolen.
Voorstellen
Zowel in het federaal, het Vlaams en het hoofdstedelijk parlement diende het Vlaams Belang daarom zeer concrete voorstellen in om na 50 jaar eindelijk de taalwet te laten naleven. Om te voorkomen dat plaatselijke besturen nalaten hun aanstellingsdossiers ter controle door te sturen naar de vicegouverneur moet de wetgever hierop de nietigheid van rechtswege invoeren.
De bevoegdheden van de vicegouverneur moeten ook worden uitgebreid. Naast de schorsingsbevoegdheid moet hem ook de vernietigingsbevoegdheid worden toegekend. Het is daarbij belangrijk de functie van vicegouverneur volledig aan de bevoegdheid van de Brusselse instanties te onttrekken. Momenteel staat ook deze immers onder voogdij van de Brusselse instanties, wat onder meer verklaart waarom hij de voorbije jaren een deel illegale aanstellingen niet heeft geschorst. De vicegouverneur moet terug over de hele lijn een federale ambtenaar worden die onder voogdij komt te staan van de federale minister van Binnenlandse Zaken.
Tenslotte is ook het feitelijk herstel van de controle door de vicegouverneur van de Brusselse politiezones en de ziekenhuizen van de IRIS-structuur nodig. Deze vallen daar momenteel in de praktijk immers volledig buiten hoewel ze nog steeds onderworpen zijn aan de taalwet in bestuurszaken.
Nutteloze praatbarak
In de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) – het miniparlement van de Brusselse Vlamingen – diende het Vlaams Belang hierover een uitgebreide discussienota in. Het is tenslotte aan de VGC om op te komen voor de belangen van de Brusselse Vlamingen. Maar geloof het of niet: zowel Open VLD, CD&V, Groen als sp.a weigerden de nota te agenderen. 50 jaar anti-Vlaams racisme is in de VGC blijkbaar geen enkel debat waard.
Waarmee deze Vlaamse (?) commissie zichzelf ten zoveelste male degradeerde tot een nutteloze praatbarak die zelfs het niveau van de gemiddelde gemeenteraad niet haalt.