Doe iets aan en met de taalwetgeving, N-VA!

De taalwetten in België zijn – in tegenstelling tot wat sommigen beweren – geen vehikel uit het verleden. Dat blijkt alleen al uit het feit dat ze op tal van plaatsen geschonden worden. En erger nog: dat daar niet tegen opgetreden wordt.

Tal van federale overheidsdiensten vertikken het om hun wettelijke taalkaders – die de cijfermatige verhouding tussen Vlaamse en Franstalige ambtenaren regelen – in orde te brengen. In Brussel zijn er overheidsdiensten zoals administraties, politiediensten, ziekenhuizen, hulpverleningsdiensten en dergelijke meer die niet alleen mensen in dienst hebben die geen Nederlands kennen, maar waar zelfs de tweetaligheid van de dienst al lang niet meer kan verzekerd worden. In gans het land zie je ondertussen meertalige opschriften, waarvan er enkele talen niet tot ons traditioneel patrimonium behoren. Denken we maar aan het Arabisch.

En ja, we hebben een Vaste Commissie voor Taaltoezicht (VCT) die taalklachten moet beoordelen en een overheid kan aanmanen om zich in orde te stellen met de taalwetgeving. Maar daar houdt het dan ook bij op. De VCT kan niets afdwingen. Meer nog: die commissie laat vaak zelfs andere talen toe ‘voor bepaalde anderstalige groepen’ of voor ‘nieuwkomers die nog geen enkele landstaal machtig zijn’. Zo verleg je natuurlijk alle grenzen en verwatert het nut van een coherente taalwetgeving. En zo werk je de integratie van mensen in onze taalgebieden ipso facto tégen. Kijk maar wat de bedoeling was in de randgemeenten rond Brussel: het zijn Vlaamse gemeenten, maar door het Frans er toe te laten wilde men de Franstaligen voorlopig nog de kans in hun eigen taal te communiceren teneinde hen langzaam te laten integreren in Vlaanderen. Het was als het ware een vriendelijke, uitnodigende gest. Het resultaat is er naar: de randgemeenten zijn verfranst en het Nederlands is er gemarginaliseerd. Niemand heeft zich aangepast. Geen enkele Franstalige heeft zich het Nederlands eigen gemaakt. Had men evenwel een uitdoofscenario voorzien, dan waren dit nog steeds door en door Vlaamse gemeenten. Moet het zover ook komen in Vlaanderen, maar dan met andere talen?

De toepassing van de taalwetgeving en het afdwingen ervan is een oud strijdpunt van het Vlaams Belang, en zal dat ook blijven. Ook voor de Volksunie destijds en de N-VA vandaag is de taalwetgeving belangrijk. Alleen stellen wij vast dat nu de N-VA in de federale regering de plak zwaait, er niets verandert.

Nochtans is het simpel. Om de taalwetgeving aan te passen – verstrengen bijvoorbeeld of afdwingbaar maken – is slechts een gewone meerderheid in de Kamer nodig. De taalwetten zijn wetten die al bestaan en die gewoon moeten toegepast en aangepast worden. Nu de grote communautaire dossiers in de koelkast zitten, zou het de pil wat kunnen vergulden door alvast eens orde op zaken te stellen op taalwetgevingsvlak.

Waar wacht de N-VA op? Of gaan we hen bij een komende oppositiekuur opnieuw horen mekkeren over hoe erg het is gesteld met de taalwetgeving? De vraag stellen, is haar beantwoorden, zo vrezen we…

Barbara Pas
Volksvertegenwoordiger