Apartheidsonderwijs in Vlaanderen

Luk Van Nieuwenhuysen klaagde jarenlang als Vlaams parlementslid de onwaarschijnlijke houding van de Vlaamse regeringen – meervoud ! – aan waarbij zij royaal het Franstalig onderwijs in de Vlaamse faciliteitengemeenten betoelagen, maar nooit een tegenprestatie eis(t)en voor de Vlaamse school in Komen, een Waalse faciliteitengemeente. Ook tegen onwettige Franstalige initiatieven in Voeren kwam er nooit protest… Luk zet de contouren van dit bizarre verhaal nog eens op een rijtje…

Rond 12 miljoen euro betaalde de Vlaamse Gemeenschap in het schooljaar 2013-2014 voor de verdere verfransing van zes Vlaamse faciliteitengemeenten rond Brussel.

Naast het voorrecht om in het Frans te worden geholpen bij de gemeentelijke administratie, kunnen de inwoners van Vlaamse faciliteitengemeenten sedert begin jaren zestig ook in Franstalige basisscholen terecht met hun kinderen. Een aanvraag van zestien ouders volstaat daartoe. Naast het Oost-Vlaamse Ronse zijn er in de zes faciliteitengemeenten rond Brussel zes Franstalige gemeentescholen en twee vrije scholen die door Vlaanderen worden gesubsidieerd. Wettelijk moeten die in het derde en vierde leerjaar vier lesuren en in de twee laatste jaren zes uren Nederlands per week verstrekken, opdat de leerlingen van dat Franstalig basisonderwijs probleemloos zouden kunnen doorstromen naar het Nederlandstalig secundair onderwijs. Echter, na de basisschool gaan praktisch alle kinderen naar Franstalige scholen in Brussel en Waals-Brabant. Van inpassingsonderwijs of overgangsklassen is geen sprake. De faciliteitenscholen zijn privilegiescholen voor ouders die niet wensen dat hun kinderen zich mengen met streekgenoten. De Vlaamse regering blijft voor die apartheidsscholen betalen, zonder enig zicht op of inspraak in het schoolgebeuren.

Ogen toe en betalen

De pedagogische inspectie wordt er immers uitgevoerd door de Franse Gemeenschap, een gewoonte die dateert van de tijd toen onderwijs nog een unitair Belgische aangelegenheid was, met weliswaar een Franstalige en een Nederlandstalige minister. Die sloten in de jaren 70 een convenant af waarin werd afgesproken dat de Franstalige onderwijsinspecteurs de Franstalige faciliteitenscholen zouden opvolgen. Los daarvan moest de federale taalinspectie nagaan of de kinderen wel degelijk in een faciliteitengemeente woonden en de onderwijstaal ook als thuistaal gebruiken, conform de taalwetgeving. Die taalinspectie bleef federaal toen in 1989 de bevoegdheid over onderwijs naar de gemeenschappen werd overgeheveld. Daardoor werd in principe de Vlaamse onderwijsinspectie ook bevoegd voor de Franstalige faciliteitenscholen en moesten die in principe een Vlaams leerprogramma volgen, zij het dat de lessen in het Frans werden verstrekt. Het Vlaams Blok wees jarenlang op die consequentie, tot in 1996 het Vlaams Parlement eindelijk aan de Vlaamse regering vroeg de protocolakkoorden van de jaren zeventig te wijzigen, want strijdig met de Grondwet die stelt dat enkel de Vlaamse Gemeenschap bevoegd is voor onderwijs in Vlaanderen. Na tien jaren van vruchteloos onderhandelen tussen de Franstalige en Vlaamse onderwijsministers keurde op 23 oktober 2009 het Vlaams Parlement unaniem – op de vertegenwoordiger van de Union des Francophones na – het zogenaamde interpretatiedecreet goed. Voortaan zouden de Vlaamse eindtermen voor de faciliteitenscholen gelden, het opvolgen van de leerlingen zou door Vlaamse centra voor leerlingenbegeleiding gebeuren en het toezicht op de onderwijskwaliteit door de Vlaamse pedagogische inspectie.

Afwijking

De francofone politici holden onmiddellijk naar het Grondwettelijk Hof. Nu moet u weten dat dit Hof voor 50%  uit Franstaligen bestaat en dat de helft van de rechters gewezen politici zijn, zodat er al eens politieke in plaats van juridische redeneringen op na worden gehouden. In oktober 2010 was dat niet anders. Het Grondwettelijk Hof kwam met een arrest voor de dag dat heel wat wenkbrauwen deed fronsen. Het stelde dat de Vlaamse eindtermen wel degelijk gelden voor de Franse faciliteitenscholen, dat het onderwijsdepartement die scholen daarvan op de hoogte moet brengen, mààr dat die scholen vervolgens een afwijking kunnen vragen voor het pedagogisch programma van de Franse Gemeenschap. Een uitzondering op de regel dus voor de apartheidsscholen. De vraag daartoe moet weliswaar worden voorgelegd aan het parlement, maar dat kan niet weigeren. Een Vlaams parlement dat alleen ja mag stemmen, daarvoor… moet je een Belgisch Grondwettelijk Hof hebben.

Al dertig jaar geen Waals geld voor Komen

In het Henegouwse Komen, thans een Waalse taalgrensgemeente met faciliteiten voor Nederlandstaligen, werd begin jaren ‘80 van de vorige eeuw met de steun van het Nederlandstalige Rijksonderwijs met een eigen schooltje begonnen, nadat de Vlaamse faciliteitenschool ingevolge fel protest van lokale Wallinganten werd gesloten. Sedert de Franstaligen de geldkraan dichtdraaiden, telt de Vlaamse Gemeenschap jaarlijks zowat een half miljoen euro neer voor het honderdtal leerlingen van de ‘Taalkoffer’, die thans deel uitmaakt van het Vlaams Gemeenschapsonderwijs. In 2007 probeerden de ouders nog een keer een subsidieaanvraag in te dienen bij de gemeente Komen en de Franse Gemeenschap, maar daar kwam nooit een antwoord op.

Principieel is deze situatie een beetje ongemakkelijk”, zegde onderwijsminister Crevits daarover in het Vlaams Parlement.

Happartschool in Voeren

Toenmalig burgemeester Happart hevelde begin jaren ‘90 de Franstalige gemeentelijke faciliteitenschool van Voeren – tot dan toe probleemloos door Vlaanderen gesubsidieerd – over naar de vzw Centre Sportif  et Culturel de Fouron. Formeel valt de school daarmee onder het privéonderwijs of zoals dat officieel heet: collectief huisonderwijs. Maar er staan al jaren geen kinderen onder het huisonderwijs geregistreerd in Voeren. Dat komt omdat de Franse Gemeenschap de school erkent als behorend tot haar onderwijsnet. Immers, ze betoelaagt de school via de vzw, die ook nog andere activiteiten voor Waalsgezinde Voerenaars organiseert. In het budget 2016 wordt daartoe 715.000 euro voorzien. Omdat dit een duidelijke overtreding inhoudt van het territorialiteitsbeginsel diende Vlaams Belang eind vorig jaar een belangenconflict in, wat bij goedkeuring de opschorting van de Franstalige begroting met zich meebrengt. Vlaanderen betaalt nu al een halve eeuw braaf voor de verfransing in de Rand, betaalt ook nog omdat de Franse Gemeenschap in Komen haar wettelijke verplichting naast zich neerlegt en kijkt de andere kant uit als er in Voeren onwettige initiatieven worden genomen.

Of daar in 2016 enige verandering in zal komen ?

Deze column door Luk Van Nieuwenhuysen verscheen in het maandblad van het Vlaams Belang, januari 2016