Belgische recuperatie buitenlandse handel

 

Export is in eerste instantie een taak voor de bedrijven. De overheid kan wel ondersteunen, informeren en begeleiden. In 1948 werd daartoe de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel (BDBH) opgericht, die vanaf de jaren zestig ook economische zendingen naar het buitenland organiseerde.

Een artikel van Luk Van Nieuwenhuysen in Vlaams Belang, ledenblad van de Vlaams-Nationale partij, maart 2016

Er kwam een buitenlands netwerk tot stand van handelsattachés die opportuniteiten zochten en contacten legden met mogelijke agenten of kopers voor de producten en diensten van onze bedrijven. De staatshervorming van 1988 had tot gevolg dat buitenlandse handel een parallelle bevoegdheid werd van zowel de federale als van de gewestelijke overheden. Toen begin jaren negentig een Vlaamse Dienst voor de Buitenlandse Handel werd opgericht liepen BDBH en VDBH elkaar voortdurend voor de voeten. De bedrijven wisten ook niet meer wie voor wat instond. Na de staatshervorming in 2001 bleef de federale overheid alleen nog bevoegd voor enkele kleinere opdrachten en voor de coördinatie en de samenwerking tussen de federale en gewestelijke instanties en de privésector op het gebied van exportbeleid. De BDBH werd opgedoekt.

Belgisch, met de hulp van Vlaanderen

Toen Vlaanderen ook bevoegd werd voor investeringen werd de VDBH omgedoopt tot het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen of Flanders Investment and Trade (FIT). Maar in 2002 werd een samenwerkingsakkoord afgesloten tussen de federale overheid en de gewesten waarbij het interfederale Agentschap voor Buitenlandse Handel (ABH) werd opgericht, dat zich ‘ten dienste stelt van de drie gewestelijke exportbevorderende instanties’.  Eigenlijk moet het er vooral voor zorgen dat de gewesten gezamenlijk buitenlandse zendingen organiseren, eerst onder het voorzitterschap van kroonprins Philippe, tegenwoordig van zus Astrid. In feite is daar geen afzonderlijke instelling voor nodig, want de gewestelijke diensten kunnen als ze dat wensen perfect onder elkaar gezamenlijke economische missies organiseren, net zoals Vlaanderen en Nederland dat ook doen. Het zijn trouwens FIT en de Vlaamse economische vertegenwoordigers in het buitenland die instaan voor de praktische voorbereiding en organisatie van die missies. Het Belgisch agentschap is in feite een uiting van wantrouwen ten aanzien van de gewesten. Daartoe heeft het 37 voltijdsequivalenten ter beschikking, die werken onder een liberale algemeen directeur en oud VLD-parlementslid Annemie Neyts die voorzitster van de Raad van Bestuur is. Het paritaire taalkader is de negatie van het aandeel dat Vlaanderen in de uitvoer van dit land vertegenwoordigt (meer dan 80%) of van de bijdrage van Vlaanderen aan de financiering van het ABH (zo’n 62% van de gewestelijke subsidies). Toch vindt minister van Buitenlandse Zaken Reynders het paritaire taalkader normaal, antwoordde hij op een vraag van Barbara Pas. Vermits het ABH geen rechtstreeks contact heeft met bedrijven, alleen met de gewestelijke diensten, is een ander taalkader overbodig, luidt zijn redenering. Alleen houdt het Agentschap zich niet aan die regel.

Loterij helpt Reynders

Wettelijk is buitenlandse handel een exclusieve bevoegdheid van de gewesten, maar Didier Reynders heeft zich daar nooit kunnen bij neerleggen en is altijd een grotere rol blijven opeisen voor de federale overheid. Herinner u de roadshows die hij in 2005 samen met Verhofstadt in het buitenland organiseerde. Van minister van Buitenlandse Handel Kris Peeters moet hij weinig weerwerk verwachten, net zo min als van staatssecretaris Pieter De Crem, ook al bevoegd voor buitenlandse handel. Die is al lang blij dat hij af en toe op reis mag. Maar drie federale excellenties die zich een exclusief Vlaamse bevoegdheid toe-eigenen, dat kan tellen. Toen Peeters nog minister-president was, klaagde Vlaams Belang in het Vlaams Parlement geregeld de overbodigheid van het federale Agentschap Buitenlandse Handel aan en stelde het bij iedere begroting voor om de Vlaamse financiële bijdrage aan het ABH te schrappen. Uiteindelijk werd die toch gehalveerd tot nog altijd 760.000 euro in 2016. Ten gevolge daarvan vonden er niet langer vier Belgische mega-zendingen per jaar plaats, maar ‘slechts’ twee. Reynders paste daar echter een mouw aan. Onder het voorwendsel dat het Agentschap ook een “bijdrage aan de logistieke organisatie en het economische luik van de staatsbezoeken” leverde, kreeg het van de Nationale Loterij een financiële injectie van 250.000 euro, gaf de minister in antwoord op een vraag van Barbara Pas toe. Daarmee stond de teller terug op vier: twee economische zendingen met Astrid en twee staatsbezoeken van Philippe en Mathilde met een economisch luik. Of de bijdrage van de Loterij aan het Agentschap eenmalig was, zoals Reynders beweert, valt nog af te wachten. Overigens komt het ABH met een tiental thematische zendingen helemaal in het vaarwater van de Vlaamse overheid.

Propagandamissies

 In Belgischgezinde kringen wordt gezwaaid met het nut van een Belgisch imago en deuren die anders voor onze exporteurs gesloten blijven. In feite is het net andersom. Het is op de rug van performante Vlaamse bedrijven dat de Belgicisten het imago van België proberen op te vijzelen. Want na de affaire Dutroux, het wereldrecord regeringsvorming en nu Brussel als uitvalsbasis van het jihadisme, wekt de naam ‘België’ niet echt vertrouwen in het buitenland. De meeste van onze bedrijven hebben wel nog een goede reputatie. Economische zendingen waaraan enkele honderden bedrijven uit diverse sectoren deelnemen, hebben weinig of geen praktisch nut maar moeten het blazoen van het land en van de familie Saksen-Coburg wat glans geven. Daartoe wordt er telkens een horde journalisten meegevraagd, ‘au frais de la princesse’, lees op kosten van de belastingbetaler. De verslaggeving is navenant: kritiekloos en weinig relevant. De contracten die zogezegd naar aanleiding van die bezoeken worden afgesloten, liggen al lang vast, dankzij de gebundelde inspanningen van de Vlaamse overheid en de Vlaamse bedrijven. Voor hen het werk, voor België de glorie. En de Vlaamse regering? Die sputtert wat tegen, maar speelt het spelletje uiteindelijk mee.

Luk Van Nieuwenhuysen