De Senaat als Belgische herstelmachine

Na de vorige staatshervorming heeft de Belgische Senaat niet veel meer omhanden. Om zijn bestaan te legitimeren, zoekt deze instelling dan maar krampachtig naar bezigheden om toch maar iets te doen. Zo werd er nu voorgesteld om een informatieverslag op te stellen over een betere samenwerking tussen de deelstaten en de federale overheid in de strijd tegen kinderarmoede. Zoals zowat iedereen is het Vlaams Belang uiteraard erg gevoelig voor de problematiek van de kinderarmoede, zo stelde senator Anke Van dermeersch bij de bespreking van de vraag of men zich over dit thema al dan niet zou buigen. Alleen bevalt ons de institutionele insteek die daarbij wordt voorgesteld niet. Er wordt immers voorgesteld om de deelstaten en de federale overheid op dat vlak beter te doen samenwerken in het kader van het zogenaamd unionistisch federalisme.

homogene bevoegdheidspakketten

Dat is niet alleen een visie waar het Vlaams Belang niet achterstaat, maar het is ook contraproductief voor de strijd tegen de kinderarmoede, stelde Anke Van dermeersch. De ervaring leert immers hoe moeilijk het is om overheden met elkaar te doen samenwerken. Veel beter zou het zijn alle bevoegdheden dienaangaande bij één overheid te leggen, de twee gemeenschappen bijvoorbeeld, zodat er een samenhangend beleid kan worden ontwikkeld. De senaat had er evenwel geen oren naar. Blijkbaar is het in stand houden en versterken van de Belgische structuren belangrijker dan kinderarmoede op de meest efficiënte manier aan te pakken.