Donderdag 16 juni stond in de Kamer van volksvertegenwoordigers een ‘Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake Economie (stuk 1861/1-4) aan de agenda. Ergens in dat ontwerp zat ook de goedkeuring van het zogenaamde Protocol van Londen verscholen. Barbara Pas had dat goed opgemerkt, want het deed haar meteen terugdenken aan 2008, toen het ook als eens aan de agenda stond, maar door de val van de regering in 2010 uiteindelijk niet geratificeerd raakte. In 2008 hadden het Vlaams Belang, maar ook de N-VA zich bijzonder fel verzet daartegen. Voldoende reden voor een stevige tussenkomst.
We citeren hieronder letterlijk uit het verslag van de plenaire vergadering van gisteren. We geven alleen nog mee dat nadien de N-VA-Kamerleden zonder uitzondering het Protocol mee goedkeurden. Verdere commentaar is overbodig na de ontluisterende repliek van N-VA-er Johan Klaps…
Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, collega’s, er zitten veel goede zaken in voorliggend wetsontwerp. U zal het mij echter wel vergeven dat ik mij beperk tot enkele opmerkingen bij de wijzigingen die aan Boek XI – De intellectuele eigendom – worden aangebracht, meer bepaald bij de Europese octrooien.
De situatie voor België tot op vandaag is de volgende. Het Europees Octrooibureau hanteert drie officiële talen voor het examineren en verlenen van octrooien, namelijk het Engels, het Duits en het Frans. In de praktijk wordt het overgrote deel van de octrooiaanvragen en van de verleende Europese octrooien in het Engels opgesteld.
Ik begrijp dat het voor vele bedrijven omslachtig is en veel kost om veel vertalingen op te vragen. Voor de rechtsgeldigheid van de octrooien in de landen die bij het Europees Octrooiverdrag zijn aangesloten, is de vertaling van het Engels naar de landstaal of naar een van de landstalen echter vereist. Voor ons land betekent zulks dat een Engelse tekst moet worden vertaald naar het Nederlands, het Frans of het Duits, omdat de Engelse tekst in België geen enkele juridische waarde heeft.
Het is, ten eerste, bedenkelijk dat destijds is beslist dat niet alle officiële talen in Europa als officiële taal gelden. Die status werd enkel verleend aan het Engels, het Duits en het Frans.
Indien men toen al van mening zou zijn geweest dat het aantal officiële talen om financiële redenen moest worden beperkt, is het mij niet duidelijk waarom bijvoorbeeld het Frans wel als officiële taal wordt erkend. Op dit ogenblik wordt immers slechts 5 % van de octrooiaanvragen in het Frans ingediend tegenover ruim 80 % in het Engels. Indien men dus werkelijk kostenbesparend had willen werken, had men het op een andere manier moeten aanpakken en had men bijvoorbeeld slechts één taal moeten erkennen.
Ondertussen wil men het protocol van Londen – dit is ook een doel van dit wetsontwerp – implementeren en de verdragsafsluitende staten minstens gedeeltelijk afstand laten doen van de vereiste van vertaling in een van hun officiële talen. Collega’s, wat is daarin het meest negatieve aspect voor Vlaanderen? Het Nederlands zit voor vertalingen in het dubbele regime. Landen die een van de officiële talen als landstaal hebben, kunnen geen verdere vertaling vragen. Dat geldt onder meer voor Frankrijk, Duitsland, Ierland en België. Landen als Nederland kunnen voor de conclusies van de octrooien wel een Nederlandse vertaling eisen, maar in België is het perverse gevolg dat men geen vertaling in het Nederlands zal kunnen eisen, omdat het Frans al een officiële taal van het Europees Octrooibureau is. Daarmee zijn de Vlamingen, de meerderheid van dit land, de enige taalgroep in Europa die in het eigen land geldende octrooien niet in de eigen taal vertaald kan krijgen.
Het protocol van Londen is in België gelukkig nog niet geratificeerd. Men heeft daartoe een poging gedaan in 2008. Het werd besproken in de Senaat en het Vlaams Belang heeft er toen hevig verzet tegen gevoerd. Gelukkig waren er toen ook vervroegde verkiezingen, waardoor dat protocol niet geratificeerd raakte. Wij waren toen en wij zijn nu nog altijd principieel van oordeel dat het onaanvaardbaar is dat wie in dit land een octrooi in het Nederlands aanvraagt een moeilijkere, meer omslachtige en kostelijkere procedure moet doorworstelen dan wie een octrooi in het Frans aanvraagt.
Vandaag stel ik vast dat het met dit wetsontwerp wel zo ver is. In de artikelen 22, 48 en 60 van dit wetsontwerp wordt de inhoud van het protocol van Londen goedgekeurd. Meer zelfs, in de toelichting van dit ontwerp lees ik dat het, in antwoord op het advies van de Raad van State, de intentie van de regering is om aan het Parlement een wetsontwerp tot goedkeuring van het protocol van Londen voor te leggen.
De regering engageert er zich in dit wetsontwerp dus toe om dat protocol te ratificeren. Dat verbaast mij, collega’s, omdat er een regeringspartij is die zich in 2008 samen met ons daartegen verzette, en niet zo maar een klein beetje, maar op alle niveaus, zowel op het Vlaamse, het Europese als het federale niveau.
Op Vlaams niveau bijvoorbeeld zei toenmalig minister Bourgeois dat hij in het Vlaams Parlement een belangenconflict zou inroepen tegen die beslissing. Hij was er toen fier op dat er, tijdens de federale regeringsonderhandelingen in 2007 in Hertoginnedal met de N-VA aan de onderhandelingstafel, een consensus was tussen alle partijen, inclusief de Franstalige, dat de Europese octrooiregeling ervoor zou zorgen dat alle talen in België gelijk zouden worden behandeld. Blijkbaar is dat tijdens de recentste regeringsonderhandelingen, samen met alle andere communautaire eisen, mee in de koelkast beland, want vandaag staat het zwart op wit in het wetsontwerp.
Niet alleen op Vlaams niveau bij minister Bourgeois was er verzet, maar ook op Europees niveau. Toenmalig Europees parlementslid Frieda Brepoels stelde toen als oplossing voor om de Europese Unie te laten betalen, zodat de ondernemingen de kosten voor de vertalingen niet zouden moeten dragen. Ik citeer haar, in 2008: “Het spreekt voor zich dat de Europese Unie al haar talen moet respecteren. De Europese pluriformiteit is een zegen, een rijkdom. Die rijkdom heeft inderdaad een kostprijs, maar precies omdat de verscheidenheid van talen een wezenskenmerk is, moet de Unie bereid zijn die kostprijs zonder meer zelf te betalen. Gaan wij straks ook stoppen met het vertalen van documenten van pakweg het Europees Parlement? Dat gebeurt toch ook op kosten van de Europese Unie zelf.”
Niet alleen op Europees en Vlaams niveau, maar ook op federaal niveau was er verzet. Ik ben blij dat u aanwezig bent, staatssecretaris Francken, want op uw eigen website staat nog altijd een persmededeling uit 2008 te blinken. Ik zou daar ook graag uit citeren: “De N-VA verzet zich fel tegen het protocol van Londen.” Dan wordt uitgelegd waarover het protocol gaat, namelijk dat octrooien niet langer moeten worden vertaald in alle EU-talen, maar enkel nog in het Frans, Engels en Duits. Ik citeer de heer Francken verder: “Voor het Nederlands is er geen plaats meer. Toch stelt de regering vandaag aan het Parlement voor om dit verdrag goed te keuren. De N-VA belooft weerwerk, tot en met een eventueel belangenconflict in het Vlaams Parlement, indien dat nodig zou blijken.” Iets verder in dezelfde persmededeling verklaart de heer Francken het volgende: “Zelfs de eigen inwoners zullen hun uitvindingen in het Frans, Engels of Duits moeten laten beschermen. Ook de dossiers van alle andere uitvindingen die in België beschermd zijn, zullen niet langer in het Nederlands consulteerbaar zijn. Zelfs de conclusie mag niet meer in het Nederlands.”
U concludeert daaruit dat de toenmalige regering – nochtans doet u nu met de huidige regering hetzelfde – het Nederlands degradeert tot een huis-tuin-en-keukentaal. Het kan toch niet, zo concludeert u in uw persmededeling, dat de Vlamingen straks zelf in eigen land niet meer terechtkunnen in hun eigen taal.
Eerlijk gezegd heb ik aan die persmededeling niet veel toe te voegen. U had toen volledig gelijk, mijnheer de staatssecretaris.
Collega’s, het is verbazingwekkend om vast te stellen hoe op heel korte tijd dat verzet op alle niveaus helemaal is gedraaid naar een kritiekloze goedkeuring. Ik vermoed dat dat de kracht van verandering is. Ik kan u echter verzekeren dat wij, om de redenen die ik heb genoemd en om de redenen die ik heb voorgelezen uit de persmededeling uit 2008 van de heer Francken, nu staatssecretaris, consequent zijn en bijgevolg het wetsontwerp niet kunnen goedkeuren. Ook had ik graag een verklaring gekregen voor die kracht van verandering, voor de reden waarom u plots van idee veranderd bent.
Wij staan nog altijd achter hetzelfde principe: het is onaanvaardbaar dat onze politici de Nederlandse taal opofferen in naam van de zogeheten hogere Europese belangen en ook dat het protocol louter de belangen van de grote staten ondersteunt. Dat kan niet de bedoeling zijn.
Helaas voor alle andere goede maatregelen die dat wetsontwerp met zich meedraagt, kunnen wij het wetsontwerp vanwege het protocol van Londen niet goedkeuren.
Johan Klaps (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, collega Pas roept op tot erkenning en tot zorg voor de Vlaamse taal en de Vlaamse cultuur. Wij steunen die oproep uiteraard.
Vandaag gaat het daar ook helemaal niet over. Wij steunen onze Vlaamse ondernemers op alle mogelijke vlakken. Willen wij echter onze Vlaamse ondernemers opzadelen met een concurrentieel nadeel ten opzichte van hun concurrenten? Is dat wel verstandig? Neen. Het gaat hier vandaag dus niet om taal als een cultureel gegeven, niet om de taal als middel om met zijn allen te spreken en, belangrijk, om alles te begrijpen.
We hebben het hier over internationale handel. Als we het voorstel van mevrouw Pas zouden volgen, dan gaan we onze Vlaamse ondernemers opzadelen met extra kosten om een extra vertaling te maken terwijl de handel voor een groot stuk met het buitenland gebeurt. Ik meen dat dit een heel groot verschil is met wat er onder culturele ontvoogding bestaat en dat we daar niet in moeten meegaan.
Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, zoveel tsjeverij kan ik niet over mij heen laten gaan. Ik zou toch graag nog even repliceren.
Men kan blijkbaar heel snel van mening veranderen. Collega Klaps, ik wil wel hoor, maar het voorstel dat ik doe is het voorstel dat u samen met ons deed in 2008. Laat de kosten door de Europese Unie betalen en zorg ervoor dat u het protocol van Londen niet ratificeert, dat u het verzet dat u in 2008 terecht op alle niveaus pleegde verderzet. Zorg ervoor dat de Vlamingen op zijn minst dezelfde behandeling krijgen als Nederland. Het vergt geen grote wetswijziging om daarvoor te zorgen. Dat is een valabel alternatief. Het OVV heeft dat voorgesteld in 2008. U was er toen nog perfect van overtuigd, maar blijkbaar moet u echt door het zand kruipen voor de communautaire omerta in deze regering. U probeert het te vergoelijken maar er zijn alternatieven genoeg die de ondernemingen niets meer kosten. Het enige wat u vandaag nodig hebt is de politieke wil om het te veranderen. Daar ontbreekt het aan.