Het Taalrapport 2015 van de Brusselse vice-gouverneur toont opnieuw aan dat de taalwet in Brussel blijkbaar niet veel meer is dan een waardeloos vodje papier. Uit een analyse die het Vlaams Belang maakte blijkt dat meer dan 95% van de contractuele aanwervingen bij de OCMW’s flagrant in strijd is met de taalwetgeving. Van de 1115 door de vice-gouverneur uitgesproken schorsingen, werd er welgeteld…één door de Brusselse voogdijoverheid omgezet in een vernietiging van benoeming.
DE GEMEENTEN
De vicegouverneur kreeg voor het jaar 2015 in totaal 1.168 dossiers binnen. Hiervan waren er 407 legaal (in orde met de taalvoorschriften, de betrokkenen beschikten dus over het vereiste taalattest) en niet minder dan 761 illegaal, dus niet in orde met de taalvoorschriften. 65,15 % van alle dossiers was dus niet in orde met de taalvoorschriften. In 2014 was dat nog ‘maar’ 60,9%. Toch schorste de vicegouverneur slechts 541 van de 761 illegale aanstellingen.
Men kan de gegevens ook opsplitsen per taalgroep. Voor de Nederlandstaligen was 53,2% van de aanstellingen illegaal, voor de Franstaligen 77%. Het aantal illegale benoemingen ligt voor wat de Franstalige ambtenaren betreft dus een flink stuk hoger dan bij de Nederlandstalige ambtenaren. Bovendien is de impact daarvan op de dienstverlening veel groter omdat het contingent Franstalige ambtenaren veel groter is dan het contingent Nederlandstalige ambtenaren.
Voor de statutairen zijn 289 personeelsleden legaal benoemd (46 N en 243 F), maar 46 (of 13,7%) personeelsleden illegaal (3 N en 43 F). Het aantal illegale benoemingen blijft voor de statutairen voorlopig dus beperkt tot zowat anderhalf op 10, maar we merken wel dat dit aantal in stijgende lijn zit!
Voor wat de contractuelen betreft, krijgen we het omgekeerde beeld en is de situatie, zoals al vele jaren, dramatisch. Slechts 118 (14,2%) van de 833 aanstellingen zijn legaal. Anders gesteld: bijna 9 van de 10 contractuele aanstellingen zijn illegaal!
Nochtans werden na de schorsingen door de vice-gouverneur amper twee beslissingen door de gemeente ingetrokken.
DE OCMW’s
Voor de 19 Brusselse OCMW’s ontving de vice-gouverneur 1.124 dossiers, waarvan er amper 126 of 11,2% in orde waren met de taalwetgeving. Met dus 88,8% illegale aanwervingen deden de OCMW’s het opnieuw slechter dan in 2014 (86,1% illegale aanwervingen), ook al was er al niet veel ruimte meer om het nóg slechter te doen.
Toch handhaafde de vicegouverneur tegen de wet in 424 illegale dossiers (11 N, 413 F) voor “tewerkstellingen van zeer korte duur om de continuïteit van de dienst te verzekeren”.
Net zoals voor de gemeenten noteren we hier vergelijkbare verhoudingen in het aantal illegale aanstellingen als we ze per taalgroep opsplitsen. Bij de Nederlandstaligen is 58,7% van de aanstellingen illegaal, bij de Franstaligen niet minder dan 90,1%. Voor beide groepen ligt dat hoger dan voor de gemeenten, maar vooral bij de Franstaligen is het verschil groter. Wat we voor de gemeenten konden vaststellen, is hier nog meer van toepassing: door het absolute overwicht van de Franstaligen in de OCMW’s, is de impact ervan op de dienstverlening voor de Nederlandstaligen hierdoor zeer negatief.
Het is vooral op het vlak van de contractuelen dat het hek al jarenlang helemaal van de dam is. Van de 971 contractuele aanstellingen (32 N en 939 F) zijn er slechts 43 (6 N en 37 F), of 4,4% in overeenstemming met de taalwet. 95,6% van de contractuelen in de OCMW’s werden in 2015 dus in strijd met de taalwet aangeworven.
Geen enkele beslissing werd na schorsing door de vice-gouverneur door de OCMW’s ingetrokken.
Ook wat de verdeling van de betrekkingen over de taalgroepen betreft, wordt de taalwet massaal overtreden. Volgens de wet moet minstens 25% van de betrekkingen toekomen aan elke taalgroep. Welnu, in 2015 ging bij de gemeenten nauwelijks 13,2% van de betrekkingen naar Nederlandstaligen; bij de OCMW’s zelfs niet eens 4,1%!