Het is al lang een oud zeer dat de wettelijk verplichte tweetaligheid voor de Brusselse diensten zwaar met voeten wordt getreden. Lange tijd was de situatie vrij behoorlijk bij de Brusselse politiediensten, maar daar is een einde aan gekomen sinds de politiehervormingen van 1998. Vanaf dan ging de tweetaligheid van de Brusselse politie er drastisch op achteruit. En blijft ze erop achteruit gaan. Dat bleek nog maar eens uit een vraag die VB-kamerlid Barbara Pas aan minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon daarover stelde.
Eén derde
Pas confronteerde de minister met het feit dat in 2007 nog slechts 69,56% van de Brusselse politieagenten tweetalig was en dat dit tegen 2013 al verder was gedaald tot 66%. Zij mocht van Jambon bovendien vernemen dat dit in 2014 inmiddels verder was geslonken tot nauwelijks 64,21%. Dat betekent dat meer dan 1 op de 3 Brusselse politieagenten eigenlijk geen agent zou mogen zijn, althans toch niet in Brussel. Pas vroeg dan ook wat Jambon, als politiek verantwoordelijke voor zowel de politie als voor de taalwet in Brussel, zou doen om daar paal en perk aan te stellen en het tij te keren. Maar Jambon gaf niet thuis door te stellen dat hij daar geen “rechtstreekse impact” op heeft. Wat een flinke leugen is omdat dit wel degelijk zijn bevoegdheden zijn. Het mag dus wel duidelijk zijn dat het niet met de N-VA in de regering zal zijn dat deze scheve situatie zal worden rechtgetrokken.