Op federaal niveau zit de N-VA op een sleutelpost om de transfers van Vlaanderen naar Wallonië minstens in kaart te brengen en daar de nodige transparantie in te brengen. Het is immers de N-VA’er Johan Van Overtveldt die in de huidige federale regering de baas is over Financiën en dus met een eenvoudig bevel de opdracht aan zijn administratie zou kunnen geven om daar werk van te maken. Want als er één instelling in dit land is die klaarheid zou kunnen brengen in deze materie en daarvoor over alle gegevens beschikt, dan is het wel deze administratie.
Geen openheid
VB-kamerlid Barbara Pas, stelde Van Overtveldt dan ook de vraag of hij ter zake iets wilde doen. Zij had die vraag al eens eerder gesteld, maar toen gaf Van Overtveldt niet thuis. Intussen waren er echter een aantal nieuwe feiten. Vlaams minister-president Bourgeois liet intussen weten dat hij wél een studie ter zake zou bestellen. Er was eveneens de nieuwe studie van de universiteit van Namen, die de jaarlijkse transfers op 7,8 miljard euro schat. En vooral er was en opmerkelijke vrije tribune van de N-VA-fractieleider in de Kamer waarin deze een oproep lanceert om klaarheid te scheppen in de transfers. Vanuit die gegevens stelde Pas aan Van Overtveldt de vraag of hij nu toch mee wilde bewegen in dit dossier. Het antwoord is evenwel heel ontgoochelend. Zelf zal Van Overtveldt niets ondernemen. Maar er is meer: hij wil zelfs niet onvoorwaardelijke meewerken aan de studie van de Vlaamse regering en verschuilt zich daarvoor achter drogredenen zoals de openbaarheid van bestuur (!) en de privacywetgeving. Kortom deze N-VA-minister voelt zich absoluut niet geroepen om mee te helpen hier klaarheid in te brengen. De N-VA blijft met andere woorden een partij met een januskop: enerzijds in de media moord en brand schreeuwen om de Vlaamsgezinde achterban te lijmen. Maar anderzijds, als het op daden aankomt, de kop in het zand steken.