Barbara Pas op 16 november in de Kamer:
Vandaag stemt de Kamer over een wetsontwerp van minister van Mobiliteit Bellot (MR) om “de continuïteit van de dienstverlening inzake het personenvervoer per spoor in geval van staking” zogezegd te verzekeren.
Dit wetsontwerp is in realiteit echter een lege doos. De reiziger zal weliswaar beter geïnformeerd worden over het treinaanbod, maar in geval van spoorstaking zal op geen enkele wijze een verzekerd treinaanbod worden gerealiseerd. De minister heeft immers enkel een regeling uitgewerkt waarbij bij treinstakingen het treinaanbod alleen maar zal worden geregeld in functie van het beschikbare treinpersoneel dat niet staakt. Indien een flink deel van het treinpersoneel staakt, zal er dus helemaal geen treinaanbod zijn. In feite verandert er daardoor ten gronde weinig in vergelijking met de huidige situatie.
Hoewel dit wetsontwerp dus een lege doos is, bevat het wél een grote communautaire angel ten nadele van de Vlaamse pendelaars. Zoals bekend is de stakingsbereidheid in Wallonië (bij het spoor, maar vaak ook elders) doorgaans een stuk groter dan in Vlaanderen. Bij spoorstakingen had dat tot nog toe vrijwel steeds tot gevolg dat de NMBS het treinaanbod afstemde op het aantal werkwilligen per gewest/taalgroep. In Vlaanderen reden er daardoor verhoudingsgewijs vrij veel treinen, in Wallonië weinig of geen. Dit wetsontwerp verplicht de NMBS nu om met de werkwilligen een evenwaardig minimaal treinaanbod in heel het land te organiseren.
Dat zal er voortaan in de praktijk dus op neerkomen dat werkend Vlaanderen mee zal mogen opdraaien om het treinverkeer in stakend Wallonië recht te houden. Concreet heeft dat tot gevolg dat er in Vlaanderen heel wat minder personeel beschikbaar zal zijn dan tot nog toe het geval was, waardoor de minimale dienstverlening in Vlaanderen er dus noodzakelijkerwijs drastisch op zal achteruit gaan. Het enige wat met dit wetsontwerp wordt geregeld, is dus dat de Vlaamse pendelaar de dupe zal zijn. Ik dacht dat deze regering had afgesproken om 5 jaar een communautaire stilstand in acht te nemen, maar dat geldt blijkbaar niet als het om Franstalige belangen gaat. Ik dien in alle geval een tekstwijziging in om dit perverse systeem de wereld uit te helpen. Aan de N-VA en de andere Vlaamse partijen om te beslissen of zij inderdaad de Vlaamse pendelaars in de kou willen zetten, dan wel of zij toch nog voor hun belangen willen opkomen door deze Franstalige communautaire provocatie te verwerpen.