Wat moet er eigenlijk nog bestudeerd worden?

Op de nieuwjaarsreceptie van Vlaams Belang op 16 januari in Schelle zette Philip Claeys de communautaire bekommernissen van het Vlaams Belang nog eens op een rijtje. Een bloemlezing.

“Het Vlaams Belang is ook als enige Vlaamse onafhankelijkheidspartij meer dan ooit nodig.”

“De miljardenstroom naar Wallonië blijft onverminderd vloeien. De hardwerkende Vlaming moet door de crisis de buikriem aanhalen. Op alles wordt bespaard, behalve op de transfers naar Wallonië.”

“In Brussel worden de nog overgebleven Vlamingen verder weggepest. In de Vlaamse Rand gaan de verfransing en de internationalisering verder, zonder dat daar in de Vlaamse regering, laat staan in de federale regering, ook maar iemand in geïnteresseerd is.”

“Het zogenaamde ruimhartige immigratiebeleid van de voorbije dertig jaar (dat niet alleen deel uitmaakt van een linkse agenda, maar vooral ook van een Franstalige agenda), dat lakse immigratiebeleid wordt gewoon verder gevoerd. Er is alleen nog meer hypocrisie bij gekomen. En de aantallen zijn nog waanzinniger geworden. Kortom, de balans is rampzalig. Het was dan ook voorpaginanieuws, eergisteren, toen Bart De Wever aankondigde dat zijn partij opnieuw aandacht zou besteden aan de zogenaamde communautaire thema’s. Ik zou bijna geneigd zijn te zeggen: welkom terug in de Vlaamse Beweging, Bart De Wever. Alleen, we geloven er niets van.”

“Vuye wordt dus afgeserveerd als fractieleider in de Kamer. Hij wordt naar de uitgang begeleid met een kartonnen doos in zijn handen, en mag zich nu bezighouden met een zogenaamde ‘academische denkoefening’ over confederalisme. En Vuye zal desondanks ook nog wat parlementair werk verrichten: hij zal de resultaten van zijn denkoefening omzetten in wetsvoorstellen. Alleen: die wetsvoorstellen zullen niet ingediend worden, want anders zou de afgesproken communautaire stilstand binnen de regering bedreigd worden, en dat is iets wat De Wever zeker niet wil. Iemand zou dat eens moeten opzoeken (ongetwijfeld heeft Hendrik Vuye daar nu zelf tijd voor), maar welke partij heeft ooit in de parlementaire geschiedenis van dit land wetsvoorstellen geschreven met de uitdrukkelijke bedoeling om ze niet in te dienen en nog minder om ze te bespreken?”

“En wat moet er eigenlijk nog bestudeerd worden? De voorbeelden waar Vlamingen door het Belgische feit benadeeld en bedot worden, liggen dagelijks voor het grijpen.”

“Het studeerwerk is al gebeurd. De congresteksten en verkiezingsprogramma’s van de N-VA liggen ergens te vergelen. En er is trouwens veel interessanter denkwerk gebeurd over de toekomst van een vrije Vlaamse staat, denk maar aan het boek van Gerolf Annemans en Steven Utsi, ‘O2, de ordelijke opdeling van België’, of het ‘Manifest voor een zelfstandig Vlaanderen in Europa’ van de Warande-denkgroep. De N-VA zou die bestaande teksten kunnen gebruiken als leidraad om van haar numerieke machtspositie gebruik te maken en te HANDELEN. Maar wat stellen we vast? De onafhankelijkheidsgedachte verhuist van de figuurlijke diepvriezer naar het donkere studeerkamertje van Hendrik Vuye.”

“Het Vlaams Belang reikt dus de hand aan alle welmenende en ontgoochelde Vlaams-nationalisten die in 2014 nog de N-VA gesteund hebben. Zij beseffen meer en meer dat er één partij is waar ze consequent en ondubbelzinnig voor hun Vlaams-nationale overtuiging kunnen opkomen. Dat er één partij is waar het Vlaams-nationalisme geen academische denkoefening is, maar de reden van bestaan.”