Op 7 en 21 december berichtten wij u al over de initiatieven van Barbara Pas aangaande de zogenaamde ‘usurperende bevoegdheden’, zeg maar de bevoegdheden die feitelijk tot de deelstaten behoren, maar waarvoor de federale overheid (onterecht) nog uitgaven doet. Zij klaagde het probleem nog eens aan bij N-VA-staatssecretaris Elke Sleurs die nog een pakket van dergelijke bevoegdheden in handen heeft. Groot was de verbazing toen elke Sleurs doodleuk kwam meedelen dat ze geen initiatieven zal nemen en zich zal houden aan de communautaire stilstand. Van een overdracht is dus absoluut geen sprake. En de motie van aanbeveling van Barbara Pas werd weggemaaid door een eenvoudige motie van N-VA-er Bert Wollants. Hallo, gingen ze bij N-VA niet meer doen op het communautaire vlak?
Lees hieronder de interpellatie van Barbara Pas van 26 januari en het antwoord van de staatssecretaris.
Interpellatie van mevrouw Barbara Pas tot de staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, en Wetenschapsbeleid, belast met Grote Steden, toegevoegd aan de minister van Financiën, over “de zuiver usurperende bevoegdheden die nog steeds door de staatssecretaris worden behartigd” (nr. 101)
Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, enkele jaren geleden, in 2012-2013, was er tussen de federale regering onder leiding van de heer Di Rupo enerzijds en de Vlaamse regering onder leiding van de heer Peeters anderzijds heel wat spanning en discussie over de zogenaamde geüsurpeerde bevoegdheden. Ze kregen in het verleden namen als fantoombevoegdheden, schoonmoederbevoegdheden en noem maar op. Die bevoegdheden komen de deelstaten toe, maar de uitgaven gebeuren nog steeds op federaal niveau.
Destijds werd er vanuit Vlaanderen terecht voor gepleit om die bevoegdheden uit de federale begroting te schrappen. Bij de laatste begrotingsbesprekingen diende ik trouwens een amendement in die zin in. Daar kwam destijds echter niets van in huis en met de zesde staatshervorming was het debat over de geüsurpeerde bevoegdheden, de zuivere en de gemengde, plots afgerond.
Bij de behandeling van de begroting voor dit jaar heb ik een vergelijking gemaakt op basis van een lijst die de federale administratie heeft opgesteld. De administratie maakte destijds een inventaris van de geüsurpeerde bevoegdheden. Welnu, als ik deze vergelijk met de posten in de begroting voor dit jaar, kom ik tot een berekening waarbij nog altijd voor de zuivere geüsurpeerde bevoegdheden ongeveer 3 miljoen staat ingeschreven in de federale begroting 2016. Voor de gemengde geüsurpeerde bevoegdheden gaat het maar liefst over 234,5 miljoen euro in dezelfde begroting.
Wat de zuivere geüsurpeerde bevoegdheden betreft, komt het overgrote deel van het bevoegdheidspakket uit uw bevoegdheidspakket, mevrouw de staatssecretaris. Vandaar deze interpellatie tot u. Ik weet dat er een communautaire afspraak tot stilstand geldt tot het einde van de legislatuur. Ik maak mij dus geen illusies dat er zal worden gediscussieerd over gemengde geüsurpeerde bevoegdheden. Waar het de zuivere geüsurpeerde bevoegdheden betreft, moet er niet meer worden gediscussieerd of er iets moet worden overgedragen; die bevoegdheden behoren Vlaanderen al toe.
Het lijkt mij strijdig te zijn met de federale loyauteit opgenomen in het regeerakkoord, om tegen die bevoegdheidsverdeling in op federaal niveau nog steeds uitgaven te doen voor de zuiver geüsurpeerde bevoegdheden.
Vandaar mijn concrete vragen. Zult u werk maken van de overdracht naar de deelstaten van de zuiver geüsurpeerde bevoegdheden die tot uw beleidsdomein behoren? Ook het geld dat daarbij hoort moet uiteraard overgedragen worden, zodat die posten definitief uit de federale begroting van 2017 geschrapt kunnen worden.
Ik ben er op tijd bij, omdat ik weet dat de budgetbesprekingen tijdig zullen worden aangevat. Ik wil zeker niet het argument te horen krijgen dat ik er te laat naar heb gevraagd.
Als u dit van plan bent, mevrouw de staatssecretaris, wanneer zult u daaraan beginnen, en wanneer meent u die opdracht te kunnen afronden?
Mocht u ter zake geen initiatieven willen nemen, dan wil ik graag van u vernemen waarom. Bent u niet van mening dat het nog steeds in de federale begroting vermelden van de zuiver geüsurpeerde bevoegdheden in strijd is met de federale loyauteit die in het regeerakkoord werd opgenomen?
Ik ben zeer benieuwd naar uw antwoord.
Staatssecretaris Elke Sleurs: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Pas, over de mogelijke initiatieven om bepaalde van mijn bevoegdheden, die u als usurperend kwalificeert, over te dragen, kan ik u melden dat ik geen initiatieven zal nemen.
Binnen de huidige federale regering werd, zoals u weet en hebt aangehaald, immers de afspraak gemaakt, om tijdens de huidige legislatuur geen communautaire maatregelen te treffen. Een overdracht aan de deelstaten is op dit ogenblik dus niet aan de orde.
Niettemin ben ik van mening dat de overdracht van usurperende bevoegdheden met de daaraan verbonden middelen bij een volgende staatshervorming moet worden aangepakt.
Een dergelijke houding is geenszins in strijd met de federale loyauteit. Federale loyauteit, gelezen in samenhang met het redelijkheidbeginsel, impliceert immers dat elke wetgever bij de uitoefening van zijn bevoegdheid ertoe gehouden is om erover te waken dat door zijn optreden de uitoefening van de bevoegdheden van de andere wetgevers niet onmogelijk of overdreven moeilijk wordt gemaakt.
De overdrachten die in de zesde staatshervorming reeds zijn opgenomen, zullen dan ook loyaal worden uitgevoerd. Aldus zullen de interuniversitaire attractiepolen aan de Gemeenschappen worden overgedragen. Daartoe werd reeds een voorstel van samenwerkingsakkoord uitgewerkt en aan de ministers van de Franse en de Vlaamse gemeenschapsregeringen bezorgd.
Wij plannen dat het samenwerkingsakkoord in de eerste helft van 2016 zal worden ondertekend, zodat het vanaf 1 januari 2018 operationeel zal zijn. Vanaf het begrotingsjaar 2018 zal aldus 17,7 miljoen euro aan de Vlaamse Gemeenschap en 13,9 miljoen euro aan de Franstalige Gemeenschap worden overgedragen.
Ik dank u voor uw aandacht.
Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ten eerste, u spreekt subtiel over hetgeen ik kwalificeer als usurperende bevoegdheden die onder uw bevoegdheidspakket vallen. Ik heb hier een tabel van de federale administratie, de inventaris uit 2013. Ik denk dat u daartoe gemakkelijker toegang hebt dan ik. Ik heb mij daarop gebaseerd en ik kan er ook niet aan doen dat het grootste deel van die zuivere usurperende bevoegdheden onder uw bevoegdheidspakket vallen.
Ten tweede, u zegt dat het niet strijdig is met de federale loyauteit en dat dit onder de communautaire stilstand valt. Eigenlijk draait u de rollen om. U zegt dat dit moet besproken worden in een volgende staatshervorming. Ik zal de woorden van vice-eersteminister Kris Peeters gebruiken — ik geef toe dat hij een andere pet op had toen hij ze uitsprak — toen hij voor de zoveelste keer door ons werd ondervraagd over de usurperende bevoegdheden, destijds uiteraard in zijn hoedanigheid van minister-president. Hij had overschot van gelijk toen tijdens de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement op 21 maart 2012: “Het kan niet zijn dat usurperende bevoegdheden nadien het voorwerp uitmaken van een staatshervorming. Dan zijn het geen fantoombevoegdheden. Fantoombevoegdheden zijn bevoegdheden die wij reeds hebben en die niet kunnen worden overgedragen.”
Dat is ook wat ik in mijn vraag zei. Hierover moet niet meer gediscussieerd worden in een volgende staatshervorming, die bevoegdheden behoren reeds tot de deelstaten. Het zijn de uitgaven die nog federaal zijn. Het is dus juist het toepassen van de federale loyauteit die u ertoe zou moeten aanzetten om te zorgen dat die uitgaven niet meer federaal gebeuren, omdat ze tegen alle bevoegdheidsverdelingen ingaan.
U verwachtte het allicht, ik ga een motie van aanbeveling indienen. U kunt ze meteen voorleggen aan de Ministerraad, waar u de heer Kris Peeters kunt herinneren aan zijn woorden. Ik hoop dat u er alleszins werk van zult maken. U zegt immers het tegenovergestelde van wat u doet, het is in strijd met de federale loyauteit en het is ook aan de oppositie om dat deel in het regeerakkoord mee te bewaken.
Moties
De voorzitter: Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Barbara Pas en luidt als volgt:
“De Kamer,
gehoord de interpellatie van mevrouw Barbara Pas
en het antwoord van de staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, en Wetenschapsbeleid, belast met Grote Steden, toegevoegd aan de minister van Financiën,
– overwegende dat de federale overheid nog altijd een aantal bevoegdheden financiert die juridisch tot de bevoegdheden van de deelstaten behoren, de zogenaamde usurperende bevoegdheden;
– gelet op de inventaris die in 2013 door de federale administratie over de usurperende bevoegdheden werd opgesteld;
– overwegende dat in deze inventaris een onderscheid wordt gemaakt tussen zuiver usurperende bevoegdheden (die uitsluitend tot de bevoegdheid van de deelstaten behoren) en gemengde usurperende bevoegdheden (waar zowel de deelstaten als de federale overheid enige bevoegdheid bezitten);
– gelet op het ontwerp van algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2015 (stuk 54-0496/002) en 2016 (stuk 54-1352/002);
– overwegende dat in de begrotingsposten van de staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid de overgrote meerderheid van de zuiver usurperende bevoegdheden terug te vinden zijn;
– gelet op artikel 143 van de Grondwet waarin voorgeschreven wordt dat “de federale Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, in de uitoefening van hun respectieve bevoegdheden, de federale loyauteit in acht (nemen)“;
– gelet op het federaal regeerakkoord van 9 oktober 2014 waarin de beginselen van de federale loyaliteit en de goede trouw door deze regering onderschreven worden;
vraagt de staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid
een initiatief te nemen om de zuiver usurperende bevoegdheden die tot haar beleidsdomeinen behoren samen met de bijhorende middelen over te dragen aan de deelstaten voor de opmaak van de begroting 2017.”
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Bert Wollants.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.