Communautair spervuur naar ministers

In het Vlaams parlement hebben de VB-parlementsleden in de voorbije maand tal van schriftelijke vragen ingediend over de taalwetgeving, Vlaamse aangelegenheden en  de (gevolgen van) de staatshervorming. U kan deze vragen hieronder lezen. Uiteraard houden wij u op de hoogte van wat de ministers hierop terug zullen hebben.

Schriftelijke vraag Chris Janssens aan Weyts en Homans over de controle op de naleving van de taalwetten in de faciliteitengemeenten (ingediend 22/1)

In de vorige bestuursperiode woonde een vertegenwoordiger van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur de vergaderingen van de gemeenteraden in de zes Vlaamse randgemeenten bij zodat de Vlaamse regering snel en correct geïnformeerd kon worden over gemeentelijke beslissingen en eventueel kon optreden wanneer dat nodig was. De ervaring leerde in de vorige regeerperiode dat het inderdaad nodig was te blijven toezien op de naleving van de taalwetten in de randgemeenten en dat een tussenkomst van de minister of de provinciegouverneur regelmatig noodzakelijk was.

De gemeenteraden van Drogenbos en Wemmel werden niet meer systematisch bijgewoond door vertegenwoordigers van het Agentschap Binnenlands Bestuur omdat er volgens toenmalig minister Geert Bourgeois zelden of nooit problemen waren met betrekking tot de naleving van de taalwetgeving in deze gemeenten. De gemeenteraden van Kraainem, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode en Wezembeek-Oppem werden daarentegen wel allemaal bijgewoond.

Ik stel u ter zake graag volgende vragen:

  1. In welke randgemeenten woont thans een vertegenwoordiger van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur de vergaderingen van de gemeenteraden bij?
  2. Kan u een overzicht geven van de tussenkomsten die u of de provinciegouverneur van Vlaams-Brabant getroffen heeft sinds het begin van deze bestuursperiode met betrekking tot de naleving van de taalwetten? Werden er reeds beslissingen van de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen geschorst? Zo ja, welke, wanneer en om welke reden? Graag een overzicht per betrokken randgemeente.
  3. Op welke wijze wordt er toegekeken op de correcte toepassing van de taalwetten? Hoe evalueert u de correcte toepassing van de taalwetten in de faciliteitengemeenten sinds het begin van deze legislatuur?

Schriftelijke vraag Chris Janssens aan Homans over de vrijstelling van betalend parkeren op de feestdag van de Vlaamse Gemeenschap (ingediend 21/1)

Vele gemeenten hebben via aanvullende gemeentelijke verkeersreglementen gekozen voor het systeem van betaald parkeren als instrument van het parkeerbeleid. Het gemeentelijk parkeerbeleid behoort dan ook tot de gemeentelijke autonomie. Gewoonlijk wordt in een vrijstelling van betaling voorzien op zon- en feestdagen. Niettemin wordt in vele gemeenten toch geverbaliseerd op 11 juli, feestdag van de Vlaamse Gemeenschap. Het lijkt me nochtans evident dat, ingeval van vrijstelling van parkeergeld wordt verleend op zondagen en wettelijke feestdagen, dit in gemeenten in Vlaanderen ook het geval zou moeten zijn voor de Vlaamse feestdag.

Op 30 juni 2006 richtte toenmalig Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Marino Keulen in dit verband een omzendbrief tot de provinciegouverneurs, gemeenteraden, burgemeesters en voorzitters van de politiezones om hen aan te bevelen het nodige te doen opdat 11 juli op het stuk van betalend parkeren op dezelfde voet zou behandeld worden als de wettelijke feestdagen. De minister was van mening dat op die dag de vrijstelling van betaling van toepassing zou moeten zijn.

Desalniettemin wordt in een heel aantal Vlaamse gemeenten nog steeds geverbaliseerd op de feestdag van de Vlaamse Gemeenschap. Autobestuurders die op die dag te goeder trouw geen parkeergeld betalen – omdat het decreet van 7 november 1990 bepaalt dat 11 juli de feestdag van de Vlaamse Gemeenschap – krijgen dus mijns inziens ten onrechte een parkeerboete.

Ik stel u daarom graag volgende vragen:

  1. Kan de minister meedelen welke gemeenten al dan niet gevolg hebben gegeven aan omzendbrief BA/2006-07 ‘betreffende betaald parkeren – vrijstelling op 11 juli’ d.d. 30/06/2006 en aldus in een vrijstelling van betaling voorzien voor gebruikers van parkeerplaatsen op 11 juli? Kan de minister daarbij een opsplitsing maken per provincie?
  2. Kan de minister meedelen in welke gemeenten de melding dat op 11 juli niet betaald hoeft te worden duidelijk aangebracht werd op de parkeerautomaten?
  3. Is de minister van mening dat gebruikers van parkeerplaatsen die op 11 juli geverbaliseerd worden het recht hebben om deze boete niet te betalen of om de onterecht geïnde boete terug te vorderen?
  4. Vermits er ter zake nog heel wat verwarring bestaat in vele gemeenten en er zelfs in een aantal gemeenten nog steeds effectief geverbaliseerd wordt op 11 juli: is de minister van plan om een nieuwe omzendbrief of ander initiatief te nemen opdat alle gemeenten hun reglementering in orde stellen?
  5. Hoe wil de minister voorkomen dat gebruikers van parkeerplaatsen voortaan moeten betalen voor het gebruiken van een parkeerplaats op 11 juli of hoe wil de minister beletten dat ze ervoor geverbaliseerd zouden worden indien ze die dag niet betalen?

Schriftelijke vraag Ortwin Depoortere aan Muyters over de domeinnaam van de webstek van de Plantentuin van Meise (ingediend 19/1)

Begin 2014 werd de Plantentuin van Meise officieel overgedragen aan Vlaanderen, dat daar trouwens al jaren vragende partij voor was. Maar blijkbaar is de overdracht digitaal nog niet helemaal in orde. Bij het intikken van ‘Plantentuin Meise’ in Google, verwijzen de eerste twee zoekresultaten nog naar websites van fgov.be, met name www.br.fgov.be/PUBLIC/GENERAL/GENERALNL en Welcome to the site of Botanic Garden Meise, die beide actief te raadplegen zijn.

De minister werd daar reeds attent op gemaakt n.a.v. een vraag om uitleg in de commissievergadering van 7 mei 2015 (nr. 1986 van Lieve Maes).

  1. Heeft de Plantentuin van Meise een eigen Vlaamse domeinnaam? Zo neen, waarom niet?
  2. Welke initiatieven zal de minister nemen om bij zoekopdrachten op het internet de bezoekers naar de juiste webstek te leiden?

Schriftelijke vraag Stefaan Sintobin aan Bourgeois over de stand van zaken ivm de studie over de geldtransfers naar Wallonië (ingediend 18/1)

Ik verwijs naar mijn schriftelijke vraag nr. 235 van 17 maart 2015, in antwoord waarop de minister-president aankondigde het initiatief te zullen nemen tot een nieuwe geactualiseerde studie met betrekking tot de miljardentransfers naar Wallonië, en mijn opvolgingsvragen van 5 mei en 1 september 2015.

In antwoord op mijn laatste opvolgingsvraag van 1 september deelde de minister-president me de stand van zaken mee met betrekking tot de nieuwe studie. Hij liet me weten dat “onderzoeksgroepen en adviesbureaus tot en met 4 september 2015 onderzoeksvoorstellen konden indienen op basis van het bestek SVR/2015/1 en dat de Studiedienst twee onderzoeksvoorstellen ontving”. De stuurgroep zou volgens de minister-president “deze voorstellen beoordelen op basis van de gunningscriteria die in het bestek opgenomen zijn”. Volgens de minister-president zou het de bedoeling zijn dat de opdracht nog in 2015 gegund zou worden. Hij liet ook weten dat er een “budget vooropgesteld is voor het beantwoorden van de gestelde onderzoeksvragen (vast gedeelte)”. Het zou gaan “om een bedrag dat normaal aan onderzoek wordt besteed voor 1 VTE senior onderzoeker”.

  1. Is de onderzoeksopdracht inmiddels reeds gegund? Zo ja, wanneer, aan wie en voor welk bedrag?
  2. Binnen welke termijn dient de studie te worden opgeleverd?
  3. Welke tussentijdse/periodieke verslaggeving dient desgevallend te worden gedaan door de onderzoeker?
  4. Op welke wijze wordt het verloop van het onderzoek desgevallend opgevolgd en bijgestuurd?
  5. Welke initiatieven heeft de Vlaamse Regering inmiddels nog genomen teneinde het bedrag van de miljardentransfers te verminderen of te komen tot een afschaffing van de transfers?
  6. Welke initiatieven zal de Vlaamse Regering de volgende maanden en jaren nog nemen om te komen tot een afbouw of een afschaffing van de transfers?

Schriftelijke vraag Chris Janssens aan Bourgeois betreffende Flanders Investment & Trade (FIT)  –  Promotie merknaam Vlaanderen en economische vertegenwoordiging (ingediend 15/1)

In het regeerakkoord 2014-2019 staat: “We trachten Vlaanderen ook meer dan ooit te verbinden met het buitenland. Als open samenleving en open economie willen we sterk en zelfbewust in de wereld staan. Het Departement internationaal Vlaanderen bewaakt, als volwaardig Vlaams ministerie van buitenlandse zaken de internationale beleidscoherentie van Vlaanderen. We bouwen het netwerk van vertegenwoordigers in het buitenland en van FIT verder uit. We vergroten de interactie tussen de Vlaamse en de Europese instellingen, onder meer door rechtstreeks aan de EU te rapporteren.”

In deze context had ik de minister graag volgende vragen gesteld over het VLAIO (FIT):

  1. Hoeveel campagnes heeft het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen in 2015 opgezet met het oog op de promotie van de merknaam Vlaanderen?
  2. Hoeveel Vlaamse economische vertegenwoordigers zijn in het buitenland aan het werk, verspreid over hoeveel posten? Beschikt de minister over de cijfers voor het Waalse respectievelijk Brusselse Hoofdstedelijke Gewest?
  3. In 2005 werd een akkoord gesloten tussen de verschillende gewesten waarbij die zich ertoe verbonden een aantal economische vertegenwoordigers in het buitenland ter beschikking van elkaars bedrijven te stellen, voor zover het betrokken gewest daar zelf geen vertegenwoordiger heeft.
  4. Geldt die overeenkomst nog altijd? Desgevallend, op hoeveel Waalse of Brusselse handelsattachés kan FIT derhalve een beroep doen? En op hoeveel Vlaamse economische vertegenwoordigers kunnen de Waalse en Brusselse tegenhangers een beroep doen? Zijn er ook cijfers beschikbaar over het aantal dossiers dat werd behartigd?

Schriftelijke vraag Chris Janssens aan Crevits over de kostprijs van het Franstalig onderwijs in de faciliteitengemeenten (ingediend 15/1) 

De toelagen en de omkadering voor het Franstalig onderwijs in de Vlaamse faciliteitengemeenten worden geregeld via het protocol van 24 mei 1973 betreffende het beheer der Franstalige scholen in het Nederlands taalgebied.

  1. Kan de minister meedelen wat de totale kostprijs van dit Franstalig onderwijs is voor Vlaanderen? Graag een gedetailleerd overzicht voor het schooljaar 2014-2015 en het huidige schooljaar. Gelieve uit te splitsen tussen de kostprijs van de omkadering, de kostprijs van de werkings- en uitrustingssubsidies en andere toelagen (nascholing, ICT-coördinatie,…) en tussen de verschillende faciliteitengemeenten.
  2. Hoeveel leerlingen liepen dit schooljaar en vorig schooljaar school in: a) het Nederlandstalig onderwijs in de faciliteitengemeenten; b) het Franstalig onderwijs in de faciliteitengemeenten
  3. Wat is de totale gemiddelde kostprijs per leerling van het Franstalig onderwijs? Graag een overzicht voor het schooljaar 2014-2015 en het huidige schooljaar.

Schriftelijke vraag van Ortwin Depoortere aan Bourgeois over de evaluatie van de extensie “.Vlaanderen” (ingediend 13/1)

Begin 2015 is de nieuwe extensie .vlaanderen algemeen beschikbaar geworden. Naar aanleiding van vraag om uitleg nr. 2682 (2014-2015) stelde u dat de uitdaging voor DNS Belgium in het verder bekend maken van het bestaan en de mogelijkheden ligt. Er is echter van bij de start gekozen voor een stuurgroep, waarin zowel vertegenwoordigers van uw administratie als van DNS Belgium zitten. Zij volgen de evoluties op de voet en bespreken of bepaalde maatregelen nodig zijn.

Maar het is uiteraard de verantwoordelijkheid van iedereen – burger, bedrijf, overheid – om tijdig de domeinnamen die voor hem of haar van belang zijn, te reserveren.

  1. Hoe evalueert de minister intussen de invoering van de extensie .vlaanderen?
  2. Welke maatregelen acht de minister nodig om consumenten, bedrijven en gemeenten te sensibiliseren om de domeinextensie .vlaanderen te gebruiken?
  3. Hoeveel domeinnamen met extensie .vlaanderen werden door de verschillende overheden (Vlaamse, provinciale en gemeentelijke instellingen) reeds geregistreerd?

Schriftelijke vraag Chris Janssens aan alle ministers over de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de zesde staatshervorming (ingediend 13/1)

Door de zesde staatshervorming werden heel wat federale bevoegdheden en maatregelen overgeheveld naar de deelstaten. Het gaat om de grootste overdracht van bevoegdheden sinds de derde staatshervorming uit 1988.

Graag had ik van de minister, voor de domeinen waarvoor hij/zij bevoegd is, een stand van zaken gekregen met betrekking tot de uitvoering van de zesde staatshervorming.

  1. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering?
  2. Wanneer gebeurde of gebeurt de effectieve overdracht m.b.t. de verschillende bevoegdheden? Welke bevoegdheden werden desgevallend nog niet opgenomen door Vlaanderen?
  3. Welke overgangsperiodes lopen er momenteel nog?
  4. Welke moeilijkheden en/of problemen zijn er?
  5. Wat is de (desgevallend verwachte) impact van deze bevoegdheidsoverdracht (op het gebied van personeel, ICT, organisatiecultuur, budget,…)?