Faciliteitenonderwijs: Crevits blijft ter plaatse trappelen

Hieronder volgt een artikel van Luk Van Nieuwenhuysen, gepubliceerd in Vlaams Belang Magazine, maandblad van de Vlaams-nationalistische partij, maart 2018:

Al lang niets meer gehoord over de Franstalige faciliteitenscholen in Vlaanderen? Geen wonder, er is ook niets gebeurd.

Met de goedkeuring in 2009 door het Vlaams Parlement van het zogenaamde interpretatiedecreet inzake het faciliteitenonderwijs leefde de hoop op dat meer dan veertig jaar nadat ze werden ingesteld er eindelijk een duidelijke, correcte en restrictieve invulling zou worden gegeven aan de wetten inzake het faciliteitenonderwijs in Vlaanderen. Onder andere het feit dat de Vlaamse onderwijsinspectie voortaan ook de Franstalige faciliteitenscholen in Vlaanderen zou controleren, zou inzicht geven over de kwaliteit van het onderwijs dat daar in ruil voor de Vlaamse subsidies wordt verstrekt. Echter, de goedkeuring werd na een klacht van de Franse Gemeenschap gevolgd door de verminking van het decreet door het Grondwettelijk Hof. Terzijde gezegd, een beetje zoals in Spanje wordt in dit land dat Hof voor de helft bemand met gewezen politici – de andere helft bestaat uit onrechtstreeks politiek benoemde magistraten – die in hun vonnissen al eens politieke in plaats van grondwettelijke overwegingen laten primeren.

Probleem genegeerd

 De korte opstoot waarbij het Vlaams Parlement in 2009 na twintig jaren aandringen even van lef getuigde, is intussen al lang vergeten, niet in het minst door de Vlaamse regering. Indachtig de dictaten van de partijhoofdkwartieren hoedt die er zich immers voor communautaire rimpeltjes te veroorzaken. En zo komt het dat zelfs die onderdelen van het interpretatiedecreet die door het Grondwettelijk Hof overeind werden gelaten tot dusver dode letter bleven. Aan Chris Janssens ligt dat alvast niet. Die riep onderwijsminister Hilde Crevits in 2016 herhaaldelijk op om op zijn minst die bepalingen van de taalwetgeving inzake onderwijs die ongemoeid werden gelaten, effectief toe te passen. Er werden beloften gemaakt, maar Chris Janssens moest recent vaststellen dat er het afgelopen jaar niets werd ondernomen.

Op zoek naar scenario

 Zo zijn de Vlaamse Centra voor Leerlingenbegeleiding wettelijk bevoegd om ook de leerlingen van de faciliteitenscholen te begeleiden. De betrokken personeelsleden moeten daartoe weliswaar blijk geven van kennis van het Frans, maar dat is niet onoverkomelijk. Crevits liet destijds weten dat werd gezocht naar “een scenario waarin zowel de betrokken CLB’s als de scholen zich kunnen vinden”. Thans verwijst ze naar het ‘voorontwerp van decreet leerlingenbegeleiding’. Bij de bespreking daarvan in het parlement kan verder worden ingegaan op een oplossing voor deze kwestie, stelt de onderwijsminister. Kennelijk is ze daar zelf niet in gelukt. Het lijkt er sterk op dat ze die in haar ogen heikele kwestie over deze legislatuur heen wil tillen.

Feitelijk gedoogbeleid

 Franstalige faciliteitenscholen zijn in principe ook gehouden de Vlaamse eindtermen na te leven. Hun aanvragen om daarvan af te wijken worden door de Vlaamse overheid evenwel onbeantwoord gelaten, kwestie van niet neen of niet ja te moeten zeggen. Deze ‘kop in het zand’ houding komt er in de praktijk op neer dat – in afwachting van een duidelijke beslissing – de einddoelen van de Franse gemeenschap worden gehanteerd. Crevits blijft op de vlakte over de vraag of de nieuwe Vlaamse eindtermen enige verandering in dat gedoogbeleid zullen brengen, hetgeen doet vermoeden dat er ook wat dit betreft in de toekomst geen hoge verwachtingen moeten worden gekoesterd.

Overigens werden faciliteitenscholen destijds opgevat als wat wel eens ‘overgangsklassen’ werden genoemd. Met andere woorden, een voorbereiding op later middelbaar onderwijs in de streektaal. Daartoe is natuurlijk een grondige kennis van het Nederlands nodig. De wetgeving voorziet dan ook dat het vak Nederlands in de faciliteitenscholen vroeger en frequenter wordt gegeven dan in het gewone Franstalig onderwijs. Of dat ook wordt nageleefd en – niet onbelangrijk- hoe het dan zit met de kwaliteit van die lessen Nederlands? Daar heeft de subsidiërende (Vlaamse) overheid het raden naar. In 2016 beloofde Crevits dat ze haar Franstalige collega zou vragen om in de toekomst ook het vak Nederlands mee te nemen bij de inspectie van de faciliteitenscholen. Maar er was daarover niets terug te vinden in de inspectieverslagen die vorig jaar voor het eerst (!) werden bezorgd en de Vlaamse onderwijsminister heeft nu haar vraag blijkbaar nog eens herhaald. Hoeveel geduld heeft de Vlaamse regering nog bij de weigering van de Franse Gemeenschap om die cruciale informatie te bezorgen?

De laatste vraag van Chris Janssens aan minister Crevits zal allicht cynisch bedoeld zijn: “Welke andere initiatieven plant de minister ter zake desgevallend nog?” Na al het voorgaande was het antwoord onvermijdelijk: “geen”.