Op 8 juli – in het perspectief van 11 juli – ontvingen de V-Kamerleden Hendrik Vuye, Veerle Wouters en Barbara Pas de prestigieuze ‘Flor Grammensprijs’. Zij worden daarmee gehuldigd voor hun niet-aflatende inzet voor hun gemeenschappelijke Vlaams-nationale inzet in de Kamer van volksvertegenwoordigers om de communautaire impasse te doorbreken, de Vlaamse eisen niet te laten ondersneeuwen en een perspectief te bieden na het België zoals wij het vandaag kennen.
Zij ontvingen een oorkonde en elk een geldprijs ter waarde van 2000 euro, welke zij schenken aan goede doelen van hun keuze.
U kan hieronder de laudatio lezen, zoals uitgesproken door Dr. Raph Van Heirreweghe, voorzitter van het Flor Grammensfonds, op de zitting in Bornem.
Laudatio Flor Grammensprijs 2016
Het Flor Grammensfonds stelt in zijn doelstellingen dat er jaarlijks een ‘Flor Grammensprijs’ zal uitgereikt worden aan (ik citeer) “verenigingen die in de geest van de onbaatzuchtige actie van Flor Grammens de Vlaamse ontvoogding en/of Vlaams bewustzijn bevorderen”. En – maar dat staat niet in de statuten – het is altijd mooi meegenomen als zij dat net als Grammens tegen de stroom in en met een harde onverzettelijke keikop doen. In die zin kregen meerdere actiegroepen en culturele verenigingen al onze prijs. Dwarsliggers voor de goed zaak hebben bij ons dus een streepje voor.
Vandaag is het een beetje anders, alhoewel… De prijs voor dit jaar gaat naar drie mensen die zich consequent als Vlaams-nationale leden van de Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers inzetten om de communautaire impasse te doorbreken, de Vlaamse eisen niet te laten ondersneeuwen en een perspectief te bieden na het België zoals wij het vandaag kennen. Het zijn geen partijgenoten, maar vechten wel schouder aan schouder aan dezelfde frontlijn als bondgenoten. Daarom hebben ze veel gemeen en vormen ze eigenlijk toch een soort ‘vereniging’. Zo in de zin van: vereende krachten. Laten we ze de ‘V-Kamerleden’ noemen; de Kamerleden die Vlaanderen en de Vlaamse belangen centraal stellen in hun parlementaire werkzaamheden. Anders gezegd: de Flor Grammensprijs wordt dus dit jaar uitgereikt aan de vereniging van ‘V-Kamerleden’. En die verenigde V-krachten dat zijn – opgesomd op basis van louter etiquetteregels – Veerle Wouters, Barbara Pas en Hendrik Vuye. En het zijn dwarsliggers. Vlaams-nationale lastigaards. Flor Grammens zou in zijn nopjes zijn. We zitten dus op de juiste koers. Er is geen beletsel meer.
Vlaanderen leerde deze drie parlementairen kennen als drie gedreven Kamerleden die de regering-Michel meer dan geregeld het vuur aan de schenen leggen, ook en vooral als het om communautaire thema’s gaat. Via interpellaties, mondelinge en schriftelijke vragen, tussenkomsten allerhande, resoluties en wetsvoorstellen houden zij in eerste orde de Vlaamse en de zich Vlaams-nationaal noemende partijen en Kamerleden die deze regering ondersteunen een spiegel voor waarbij dezen geconfronteerd worden met vroegere uitspraken of initiatieven uit vooral verkiezings- of oppositietijden. En uniek in Vlaanderen: ze behoren niet tot dezelfde politieke fractie, maar zijn toch niet vies van elkaar en delen vaak publiek gemeenschappelijke standpunten of ondertekenen elkaars wetsvoorstellen. Vlaams-nationale samenwerking over de partijgrenzen heen; dat we het nog mogen meemaken!
Hendrik Vuye en Veerle Wouters geloven in een onafhankelijk Vlaanderen in een confederale Belgische staat waarin duidelijk is afgebakend wat Vlaanderen en Wallonië niet zozeer nog samen kùnnen doen, maar vooral nog samen willen doen. Na een zevende en laatste staatshervorming moet alles duidelijk uitgeklaard zijn en behoren de koehandels en de slopende onderhandelingen dan definitief tot het verleden.
Barbara Pas gelooft ook in een onafhankelijk Vlaanderen, maar dan na een ordelijke opdeling, een fatsoenlijke boedelscheiding, waarna België ophoudt te bestaan. De koek is verdeeld en daarmee basta. De laatste staatshervorming hoefde niet meer. Het zal de stap naar Vlaamse staatsvorming zijn.
Twee visies op een onafhankelijk Vlaanderen, zoveel is duidelijk. Met een rest-België of helemaal zonder. De weg van de geleidelijke uitholling van België of de weg van het momentum in het Vlaams Parlement waarbij Vlaanderen een Vlexit uit België uitroept.
We zullen zien wat het wordt, zeker nu de Waalse, Brusselse en Franstalige bestuursregimes op de helling komen staan en de ineenstorting van alle geloofwaardigheid pijnlijk voelbaar is. Mogelijk kan de vervanging van de PS door de vrienden van Noord-Korea en Castro-Cuba Vlaanderen een handje helpen in zijn groeiende afkeer voor wat er in het zuiden gebeurt en kan het de vraag naar meer of volledige zelfstandigheid weer aanwakkeren. Soms heeft men onverwachte bondgenoten.
———-
Maar keren we even terug naar de regering Michel die België momenteel bestuurt met een Vlaamse meerderheid en een Franstalige minderheid en bij de start zowaar een communautaire stilstand afkondigde. Er kwam geen staatshervorming, maar wel een loyale uitvoering van de zesde staatshervorming van Di Rupo en evenmin een aanpassing van gewone wetten tot betere uitvoering ervan, zoals bijvoorbeeld de taalwetgeving. Meer nog: dus ook geen afdwingen van de toepassing ervan als deze door de Franstaligen manifest en bewust overtreden worden.
Barbara Pas maakte in haar recente boek ‘De communautaire leegte’ een oplijsting van wat er door deze regering nochtans toch zou kunnen aangepakt worden, zonder de staat te hervormen en zonder nieuwe wetten te maken: het oplossen van de problemen met de burgemeesters in de Rand, de stopzetting van de verdere subsidiëring van een schooltje in Voeren door de Franse Gemeenschap, het stopzetten van het weer federaal betoelagen van missies van prinses Astrid, het doen toepassen van de taalwetgeving in Brussel en bij tal van overheidsdiensten, het rechtzetten van de scheefgetrokken taalverhoudingen in overheidsdiensten, … En op Vlaams niveau zou er werk kunnen gemaakt worden van het stelselmatig uitroepen van belangenconflicten uit te roepen door de Vlaamse regering tegen Franstalige onwil. En er zou bijvoorbeeld ook een einde kunnen gemaakt worden aan het weigeren van de subsidiëring van de Vlaamse school in Komen, … Het zijn allemaal thema’s die de grote Vlaams-nationale partij van vandaag in de Belgische én Vlaamse regeringen een warm hart toedroeg in de tijd dat ze zelf een oppositiepartij was…
Het boek van Barbara Pas is een uitvoerig en striemend verhaal van machtsabdicatie en het laten varen van oude strijdpunten. Haar parlementaire initiatieven worden op een rij gezet waarmee ze de tekortkomingen van de participatiestrategie, het gebrek aan federale loyaliteit aan Franstalige zijde, de onwil om de machtsposities in de regering te gebruiken om Vlaams onrecht recht te zetten waar het echt kan, aan de kaak stelt. Het is bijwijlen schrijnend te zien hoe een Vlaams-nationale regeringspartij moties wegstemt die ze in een vorig leven zelf ooit indiende. Barbara Pas is de luis in de pels, de dwarsligger voor Vlaanderen.
Hendrik Vuye en Veerle Wouters zijn dat ook. Ook zij confronteren de regering met haar inconsequenties en het verzuimen van initiatieven om het Vlaamse onrecht om te buigen. De telkens weer herhaalde tussenkomsten van Veerle Wouters over de toekenning van de RIZIV-nummers aan overtallige Franstalige geneesheren die geen toelatingsproef aflegden, zijn haast legendarisch. Maar deze politieke tandem van studaxen graaft dieper en brengt de mechanismen in dit land in kaart waardoor de Vlamingen zichzelf tegenover de Franstaligen telkens weer schaak hebben gezet, maar gelukkig nog net niet schaakmat. In hun boek ‘Sleutels tot ontgrendeling’ sommen zij de grendels op, gaande van bijzondere meerderheidswetten over alarmbellen tot belangenconflicten en zelfs art. 195 dat de procedure tot herziening van de Grondwet regelt… De meest perfide grendel is wel artikel 35 van de Grondwet. Het is het beruchte artikel waar een deel van de Vlaamse Beweging haar hoop op stelt, want velen geloven dat als bepaald is wat we nog samen met de Franstaligen willen of kunnen doen, alles in een klap geregeld is. Wie denkt dat dat artikel ooit zal zorgen voor een confederaal België of voor Vlaamse onafhankelijkheid vergist zich schromelijk. Er is meer voor nodig.
Maar is het zo dat al deze grendels verdere stappen in de ontvoogding van Vlaanderen beletten? Hendrik Vuye en Veerle Wouters tonen aan dat België kan ontgrendeld worden en Vlaanderen kan bevrijd worden. Het is een uitdaging aan de Vlaamse meerderheid, maar daar is politieke moed voor nodig. En daar knelt als vanouds het schoentje. De zwaarste grendel, de moeilijkst te ontsluiten grendel, is de grendel die in het hoofd van de Vlamingen zit. Wanneer Vlaanderen echter zijn meerderheid gebruikt, kunnen alle grendels gebroken worden. Het Vlaams parlement kan daar een hefboom zijn en een rol van dooslaggevende betekenis spelen. Als Vlaanderen iets wil voor zichzelf, moet het op zijn strepen staan en zijn meerderheid laten gelden. Het kan dus, zo tonen Hendrik Vuye en Veerle Wouters aan.
En daarnaast pleiten zij net als Barbara Pas voor de toepassing van bestaande wetgeving om Vlaamse uitsluiting en discriminatie tegen te gaan, overal waar de taalwetgeving onder druk staat omdat de Franstaligen ze naast zich neerleggen. Ook zij zijn luizen in de pels, dwarsliggers voor Vlaanderen.
Geachte aanwezigen, u zal het met mij eens zijn: het oordeel over de laureaten is dus positief.
Het Flor Grammensfonds overhandigt dan ook met trots en dankbaarheid zijn jaarlijkse Flor Grammensprijs aan de vereniging van de ‘V-Kamerleden’. Daarom: van harte dank voor uw inzet en gefeliciteerd, Veerle Wouters, Barbara Pas en Hendrik Vuye! Zet uw goede strijd voor Vlaanderen verder!