Brussel is minder dan ooit een tweetalige stad waar het Nederlands een prominente plaats inneemt, zo blijkt uit de Taalbarometer van de VUB. Zo zouden 9 op de 10 Vlamingen in de hoofdstad Frans praten aan het loket, wanneer ze in die taal worden aangesproken. “Ze beseffen dat Nederlands praten aan het loket geen zin heeft omdat Brusselse loketbedienden veel minder Nederlands spreken dan vroeger” aldus VUB-onderzoeker Rudi Janssens.
Vlaams minister Sven Gatz (Open VLD) wijst met de vinger naar het gebrekkige Franstalig onderwijs in Brussel, en naar Vlaanderen dat een negatieve perceptie van het Nederlands zou stimuleren. Maar de minister zou beter de hand in eigen boezem steken.
Dat loketbedienden en ander overheidspersoneel geen Nederlands begrijpen is grotendeels te wijten aan het feit dat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering – waar minister Gatz zijn partij reeds jaar en dag deel van uitmaakt – weigert de taalwetten toe te passen. Het is die regering die er voor zorgt dat geen enkele onwettige benoeming van Nederlandsonkundigen wordt vernietigd. Het totaal gebrek aan respect van de regering en van Gatz’ partijgenoot Guy Vanhengel voor het tweetalige karakter van Brussel is net één van dé hoofdoorzaken van het afkalvend gebruik van het Nederlands in de hoofdstad. Ook de afbouw van de tweetaligheid van de politie in Brussel – ingezet door Annemie Neyts (VLD) en de jongste jaren verder bestendigd door Jan Jambon (N-VA-) is tekenend voor het dedain dat de traditionele partijen hebben voor het Nederlands in Brussel.
Ten tweede blijkt dat het numerieke succesverhaal van het Nederlandstalige onderwijs in Brussel niet het verhoopte resultaat heeft opgeleverd. Nochtans luidt het riedeltje dat vanuit het VGC-College en voornamelijk dan bij Guy Vanhengel steeds opnieuw klinkt, dat de grote aanwezigheden van anderstaligen in ons onderwijs – vaak ten koste van de Nederlandstaligen die geen plaats meer vinden in onze scholen – voor een vernederlandsing van Brussel zal zorgen. De cijfers tonen echter keer op keer aan dat dit pure onzin is.
In plaats van zoals minister Gatz met het vingertje naar Vlaanderen te wijzen, en in plaats van zoals minister Vanhengel te pleiten voor een verdere vervreemding van ons Nederlandstalig onderwijs, is het duidelijk dat Vlaams-Brussel een veel assertiever beleid dient te voeren.
Ten derde is er ook de desinteresse die heel wat Vlaamse media hebben voor het reilen en zeilen in Brussel. Het ontbreken van Brussel in de diverse stemtests voor de verkiezingen was daar een treffend voorbeeld van.
Vlaams Belang fractievoorzitter Dominiek Lootens: “De enige manier om het Nederlands in het openbare leven in Brussel de plaats te geven die het verdient, is het respecteren van de taalwetten. Helaas is het de partij van de ministers Gatz en Vanhengel op kop die in de Brusselse regering slaafs de anti-Vlaamse houding van PS en FDF volgen. Ook een absoluut voorrangsbeleid voor Nederlandstaligen in onze Vlaams-Brusselse scholen zal er voor zorgen dat veel minder Vlamingen de hoofdstad moeten ontvluchten omdat hun kinderen er geen plaats meer hebben in onze scholen. Ook wanneer je als Brusselse Vlaming nauwelijks nog gedoogd wordt in de Vlaamse Gemeenschapscentra in Brussel dan weet je dat je als Vlaming voor de politieke machthebbers in deze stad niet welkom bent.”
Het Vlaams Belang roept de VGC dan ook op om eindelijk een assertiever beleid ten gunste van de Nederlandstaligen in de hoofdstad te voeren. Tevens roept de partij de Brusselse en de federale regering op om eindelijk de taalwetten in Brussel na te leven.
Dominiek Lootens
Fractievoorzitter in het Brussels Parlement