Op 3 februari vond het langverwachte ‘debat’ plaats voor de Debatclub in Edegem. Ondergetekende nam het er als fractievoorzitter van het Vlaams Belang op tegen Peter De Roover, sinds kort fractievoorzitter van de N-VA.
Het debat focuste vooral op de deelname van de N-VA aan de federale regering en de asielcrisis, maar uiteraard ook over de politieke mogelijkheden voor Vlaanderen. Wat ik daar vooral uit onthoud, is dat onze visies op een onafhankelijk Vlaanderen steeds verder uit elkaar zijn gegroeid, en wel in die zin dat De Roover zei dat de N-VA nooit de Vlaamse onafhankelijkheid mee zal uitroepen in het Vlaams parlement, zelfs als er daar een meerderheid voor kan gevonden worden. Men wil wel stap voor stap “evolueren naar”…
Waar is de tijd, zei ik hem vlakaf, dat ik als jonge scholier en VVB-militante opkeek naar de grote onafhankelijkheidsstrijder Peter De Roover? Terwijl ik vandaag, nog steeds overtuigd van wat hij mij toen voorhield en leerde, hém in een debat moet aansporen tot meer actie voor Vlaanderen, zeker nu zijn grote partij de macht heeft om het Belgische ijzer te plooien…
De N-VA zal de suggestie van de verbannen professor Hendrik Vuye niet volgen om buiten de Belgische lijntjes te kleuren, zoveel is duidelijk. Ik gaf hem nochtans een waslijst van ’toestanden’ die best door de N-VA kunnen aangepakt worden, nu zij daar kansen voor heeft in de regering: de problemen met burgemeesters in de Rand, de verdere subsidiëring van een schooltje in Voeren door de Franse Gemeenschap, het weer betoelagen van missies van prinses Astrid, het uitroepen van belangenconflicten door de Vlaamse regering, het niet toepassen van de taalwetgeving in Brussel en bij tal van overheidsdiensten, het op punt stellen van de taalverhoudingen in overheidsdiensten, het weigeren van de subsidiëring van de school in Komen,… En ja, waarom voert de Vlaamse regering die zesde staatshervorming slaafs uit en waarom blijven de transfers onaangeroerd? Ik kreeg er geen antwoord op van Peter De Roover, behalve dan dat er mij werd gezegd dat men zou proberen ‘iets’ te doen, langzaam, maar zeker…
En natuurlijk kreeg mijn partij het verwijt niets te hebben gerealiseerd in haar 30-jarig bestaan. Ja, wij hebben de macht niet mee in handen gehad omdat wij overal werden uitgesloten. Het is gemakkelijk om dan te zeggen dat we niets realiseerden. Hoewel… Ik zei hem nog dat toen Karel Dillen destijds als enige verkozene in de Kamer de Vlaamse onafhankelijkheid bepleitte, er meewarig met hem werd gelachen. Maar dat dat 30 jaar later een onderwerp is waar men niet meer langs kan, waar iedereen rekening mee houdt, zelfs de Franstaligen. Dàt hebben wij gedaan en dat was ook onze taak en opdracht: de weg bereiden en effenen om de Vlaamse onafhankelijkheid op de politieke agenda te plaatsen. En dat is ons wél gelukt. Het is dan ook jammer dat een zich Vlaams-nationaal noemende partij die de macht op alle niveaus mee in handen heeft, dit niet verzilvert en niet doet wat moet gedaan worden. Integendeel, zij doet het oprecht streven naar onafhankelijkheid af als chaos en laat het communautaire vuur uitdoven. Zij schuifelt voort en wil beleefd “evolueren” naar een braaf confederalisme en laat haar agenda door de Franstaligen bepalen.
Daarom en alleen daarom is er een vijfjarige communautaire stilstand afgekondigd. Om België mee overeind te houden. De Franstaligen zijn niet dom.
De N-VA doet maar. Wij daarentegen zullen onze oude rol blijven spelen: de zweep op alle anderen blijven om hen uiteindelijk naar de ordelijke opdeling van België te drijven. Omdat Vlaanderen zijn onafhankelijk niet alleen verdient, maar ook waard is. Ik ben de oude VVB-idealen onverkort trouw gebleven. Ik wou dat ik dat ook had kunnen zeggen van mijn tegenspreker.