Wilmès: Franstalig imperialisme regeert

Gelezen in Vlaams Belang, het ledenblad van de Vlaams-Nationale partij, december 2019

De politiek correcte meute was in de zevende hemel toen ze vernam dat uittredend eerste minister Michel zich zou laten vervangen door een vrouw. Nu heeft het Vlaams Belang er absoluut geen enkel probleem mee dat dit land (men mag zelfs zeggen: eindelijk ook eens) een vrouw als eerste minister heeft. Vlaanderen deed het hen trouwens met Liesbeth Homans al voor. Dat het daarbij echter om een zekere Sophie Wilmès gaat, is wél uiterst problematisch.

Eerste minister is de hoogste staatsfunctie die er is. Van een eerste minister mag daarom worden verwacht dat hij een brugfiguur, een consensusfiguur is, niet alleen voor de partijen die deel uitmaken van de regering, maar voor het hele land. Hij of zij vertegenwoordigt immers als hoogste gezagsdrager de hele natie, zowel in het binnenland, maar ook en vooral in het buitenland. Zijn/haar rol moet bijgevolg verzoenend zijn en hij/zij moet aanvaardbaar zijn voor alle gemeenschappen van het land.

Imperialist

En dat is nu net het probleem met deze Sophie Wilmès. Deze dame is namelijk één van dé symbolen van het agressieve Franstalige imperialisme in Vlaanderen. In 2005 vestigde zij zich in de Vlaamse Randgemeente Sint-Genesius-Rode. In plaats van zich te integreren in de Vlaamse gemeenschap aldaar, deed zij net het omgekeerde. In 2007 liet ze zich – en dit tot vandaag – verkiezen tot gemeenteraadslid voor een Franstalige lijst in deze Vlaamse gemeente, waar ze ook eerste schepen werd (tot 2015). Van 2012 tot 2014 was ze ook provincieraadslid in de provincieraad van Vlaams Brabant voor de Francofiele eenheidslijst Union des Francophones. In 2013 werd ze tevens voorzitter voor de MR voor de Vlaamse Rand rond Brussel. In hoofde van al deze functies ontpopte deze dame zich dus tot een boegbeeld van het arrogante Franstalige imperialisme in Vlaanderen, dat weigert zich aan te passen aan het Vlaamse karakter van Vlaams-Brabant, maar er integendeel alles op zet om deze Vlaamse gebieden verder te verfransen met het oog op inlijving bij Brussel en Wallonië.

Francofiele strategie

Dat Wilmès nu zo hoog wordt gekatapulteerd door de MR is overigens absoluut geen toeval, maar integendeel het resultaat van een uitgekiende francofiele imperialistische politiek van deze partij. De MR behaalt 3 (2019) tot 4 (2014) Kamerzetels in de kieskring Brussel-Hoofdstad, maar zorgt er daarbij steeds voor dat minstens één van deze Kamerleden geen Brusselaar, maar iemand uit de zes Vlaamse Randgemeenten is. In 2014 waren dat Damien Thiéry, de recalcitrante burgemeester van Linkebeek, én Sophie Wilmès, twee van de vier MR-verkozenen in de kieskring Brussel-Hoofstad dus. En in 2019 was dat andermaal Wilmès als één van de drie MR-verkozenen in die kieskring. Dat dit zo is, is niet het gevolg van hun stemmenaantal, maar wel van de verkiesbare plaats die zij op de MR-lijst krijgen. Op die manier zorgt de MR overigens op een kunstmatige wijze voor een forse oververtegenwoordiging van de Franstaligen woonachtig in de Vlaamse Rand, want die maken niet eens 5% uit van het aantal Franstalige kiezers die in de kieskring Brussel-Hoofdstad mogen stemmen. Dat Wilmès in de uittredende regering tot minister van Financiën werd aangesteld en nu dus tot premier van dit land, is in hoofde van de MR dan ook een welbewuste politieke zet in het kader van haar imperialistische politieke agenda.

Politiek statement

Het naar voor schuiven van dergelijke figuren door de MR is bijgevolg duidelijk een anti-Vlaams politiek statement. Daarbij mag men vooral ook niet vergeten dat Wilmès woonachtig en politiek actief is in de Vlaamse gemeente die strategisch gezien het koninginnenstuk is in de Franstalige imperialistische strategie, met name in Sint-Genesius-Rode. Dit is immers de enige Vlaamse faciliteitengemeente die grenst én aan Brussel én aan Wallonië. Het is bijgevolg strategisch veruit de belangrijkste faciliteitengemeente om de natte droom van elke Franstalige imperialist waar te maken, met name de totstandkoming van de as Wallonie-Bruxelles. Door Wilmès als eerste minister van dit land aan te stellen, en het prestige dat daarmee gepaard gaat, slaan de Franstaligen derhalve werkelijk een grote slag.

Erbij staan

Deze dame mag dus voor de komende maanden als hoogste gezagsdrager dit land gaan vertegenwoordigen op tal van internationale gremia om daar haar francofoon imperialisme te gaan etaleren en Vlaanderen in de verdomhoek te duwen.

En de Vlaamse partijen dan? Wel, zoals gewoonlijk staan zij erbij en kijken ernaar. Het toont nog maar eens aan hoe ontstellend zwak hun Vlaamse reflex is, voor zover die er al zou zijn. In plaats van een krachtig veto uit te spreken tegen Wilmès en desnoods een eigen kandidaat-premier naar voor te schuiven, slikken zij dit zonder verpinken en legitimeren zij zo het Franstalige imperialisme in Vlaanderen. Ook N-VA is op dat vlak overigens niet helemaal vrij van zonden door Wilmès in de regering-Michel I te hebben geduld als minister van Financiën, haar springplank naar het huidige premierschap. Het francofiele machtsstreven en de toegeeflijkheid van de ‘Vlaamse’ partijen op dat vlak neemt de laatste tijd werkelijk hallucinante proporties aan. Eerst Reynders als eurocommissaris, dan Michel als voorzitter van de Europese Raad en nu als klap op de vuurpijl Wilmès als eerste minister.

Hiervoor bestaat dan ook maar één woord: arm, arm Vlaanderen!

Peter Lemmens