Het communautaire vuur toch opgepookt?

Dit artikel  verscheen in ’t Pallieterke van 11 augustus. Het sluimerende ‘Minderhedenverdrag’ dreigt door de Franstaligen weer tot leven gewekt te worden… Het valt te hopen dat de Vlamingen en de N-VA in het bijzonder het been stijf houden!

Klik op het artikel voor een grotere versie. Hieronder ook een uitgetypte versie.

BP M (2)

Het communautaire vuur toch opgepookt?

Barbara Pas van Vlaams Belang, recent door Bart Maddens ‘de koningin van de Vlaams-nationale vragen in het federale parlement’ genoemd, had in mei een schriftelijke vraag ingediend aan het adres van de eerste minister, waarop zij eerst onlangs een antwoord kreeg. Het was haar immers niet ontgaan dat in de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen van 17 februari 2016 een aantal vragen waren gesteld over de tweede universele periodieke doorlichting van België door de VN-Mensenrechtenraad. Op zich niets schokkends, ware het niet dat precies in dat kader door een aantal Franstaligen de ratificatie van het Minderhedenverdrag ter sprake werd gebracht…

IJverige minister

En dat had haast reflexmatig haar aandacht en verbazing gewekt, zeker na het antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken (Didier Reynders). Hij stelde immers dat hij in 2014 een werkgroep heeft opgericht ten einde te komen tot een definitie van wat een nationale minderheid is. Zo zou het voorbehoud dat België tot nog toe heeft aangehouden, kunnen worden weggewerkt. Meer zelfs, hij stelde dat hij tijdens de interministeriële conferentie voor Buitenlands Beleid van 6 juli 2015 dit punt persoonlijk op de agenda had geplaatst en had voorgesteld de werkzaamheden voort te zetten. En nog: dat hij “zeer snel een vergadering zal bijeenroepen.” Het alarmlampje ging bij Pas op rood staan.

Minderhedenverdrag?!

Even ter herinnering. De “Europese Raamovereenkomst ter bescherming van de nationale minderheden” kwam medio de jaren negentig tot stand om het hoofd te bieden aan de vele minderhedenkwesties in OostEuropa. Het was dus allerminst bedoeld om communautaire evenwichten in West-Europese landen op de helling te zetten door bijvoorbeeld de zogenaamde Franstalige minderheid in Vlaanderen onvervreemdbare rechten te gaan verlenen. Toch wenden de Franstaligen dit verdrag hardnekkig aan als breekijzer om de faciliteiten uit te breiden én uit te smeren over heel Halle-Vilvoorde en zelfs heel Vlaanderen. Heel concreet zouden ze zo op basis van dit verdrag in Vlaanderen eigen scholen en culturele instellingen kunnen oprichten, subsidies ontvangen voor hun verenigingen, regionale tv-zenders opstarten, en in hun taal worden bediend door de Vlaamse lokale besturen. Stel u voor! België is tot op heden niet overgegaan tot de bekrachtiging omwille van de volkomen tegenstrijdige interpretaties aan Vlaamse en Franstalige kant. Wel werd overgegaan tot de ondertekening van het verdrag, waardoor de Belgische Staat zich verbindt geen initiatieven te ondernemen die indruisen tegen de inhoud ervan. Een ratificatie of bekrachtiging kan gelukkig nooit zonder de medebekrachtiging van alle Gemeenschappen. En in het huidige Vlaamse regeerakkoord staat uitdrukkelijk en zeer terecht vermeld: “We ratificeren het Minderhedenverdrag niet.” De ratificatie wordt dus (voorlopig) geblokkeerd door Vlaanderen.

De stilte verbroken

Zoals gezegd, verbaasde het Barbara Pas ten zeerste dat de zaak opborrelde, zeker omdat zij dacht dat de afspraak binnen deze regering erin bestond om tijdens deze regeerperiode geen communautaire dossiers op de agenda te plaatsen. Want dit is nu wel echt een erg heet hangijzer dat al jaren voor communautaire onenigheid zorgt tussen Vlamingen en Franstaligen. Elke vorige regering heeft er al mee geworsteld. Men kan zich dus afvragen waarom de minister van Buitenlandse Zaken voortgang wil boeken in dit dossier en daar zelfs, tot grote tevredenheid van de Franstalige oppositie, actief voor ijvert. Barbara Pas hield zich dan ook niet in en wilde van premier Michel weten of Didier Reynders een mandaat van de voltallige federale regering heeft om dit dossier op de politieke agenda te zetten. En ze wilde vooral te weten komen of hij (Michel) het ermee eens is dat deze regering dit communautaire dossier moet behandelen of dat hij integendeel van oordeel is dat dit tijdens de huidige legislatuur van de politieke agenda moet verdwijnen richting diepvries. Het antwoord van Michel was kurkdroog verpletterend en ontnuchterend: “In 2002 werd een werkgroep opgericht door de Interministeriële Conferentie Buitenlands Beleid (ICBB) belast met de nadere regelen te onderzoeken, met betrekking tot de ratificatie van het Verdrag, onder meer de omschrijving van het begrip ‘nationale minderheid’. De ICBB heeft in tussentijd het mandaat van de werkgroep hernieuwd. Deze was ook opgenomen in het institutioneel akkoord van 2011. Deze werkgroep, samengesteld uit deskundigen en vertegenwoordigers van de regeringen van de federale staat en de deelgebieden, werd onlangs vernieuwd. De werkgroep is voor de eerste keer bijeengekomen op 14 juni 2016.” En de premier liet ook nog weten dat ‘de bijeenkomst overigens op een zeer constructieve wijze doorging’…

Stilte voor de storm?

Over de resultaten van die fameuze werkgroep is evenwel nog niets geweten. Ook vanuit Vlaams-nationale rangen binnen de federale of de Vlaamse regering sijpelde nog niks naar buiten. Het is stil. Akelig stil. Voor Barbara Pas is het duidelijk dat communautaire stilstand alleen voor de Vlamingen geldt, terwijl de Franstaligen ijverig verder werken aan hun dubbele, verborgen agenda. “Indien de N-VA hier een duimbreed aan toegeeft, opent zij de doos van Pandora”, stelt zij, terwijl zij alvast oproept om die fameuze werkgroep op te doeken. Die werkgroep is samengesteld met topjuristen: voor de Vlaamse regering zetelen Matthias Storme en Jan Velaers, Marc Uyttendaele en Hugues Dumont voor de regering van het Waalse Gewest/Franse Gemeenschap, Emmanuel Vandenbossche en Sébastien Vandrooghenbroeck voor de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Leo Neycken voor de regering van de Duitstalige Gemeenschap en Christian Behrendt en Jan Wouters (federale regering). Als partijpolitiek-gekleurden springen in het oog: Matthias Storme, lid van het partijbestuur van N-VA, Marc Uyttendaele (PS’er en man van Laurette Onkelinx), Emmanuel Vandenbossche (voorzitter van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht en Open Vld) en Jan Velaers (te situeren in CD&V-kringen). Het is wachten op wat N-VA gaat doen… Gaat zij inderdaad mee ook dit kwalijke gevolg van het institutioneel akkoord van 2011 helpen uitvoeren en zo ingaan tegen haar standpunt uit het Vlaams regeerakkoord? Faciliteiten voor Franstaligen in heel Vlaanderen?! Moeilijk te geloven dat de N-VA dat zomaar gaat laten gebeuren. Het mag, maar men hoeft helemaal geen Vlaams Belanger te zijn om te zeggen dat dit er ver, héél ver over zou zijn. Als men wil dat de communautaire storm weer in alle hevigheid losbarst, dan zijn alvast de Franstaligen ‘goed bezig’. Voor ons niet gelaten, maar dan moeten àlle dossiers weer open gaan: transfers, taalwetgeving, Brussel, Randgemeenten, homogene bevoegdheden, de vijf resoluties, onafhankelijkheid,…

Karl van Camp