Skip to main content

Meerderheid mild voor taalwet

Dominiek Lootens blijft op de bres staan voor een correcte toepassing van de taalwetgeving in Brussel. Uit het artikel op http://www.brusselnieuws.be leren we dat de meerderheid in het Brussels parlement liever de andere kant op kijkt. U kan het artikel hieronder lezen.

door Christophe Degreef © Brussel Deze Week
Brussel

De aanwerving van tweetalig personeel bij de Brusselse gemeenten is nog altijd problematisch. Tot die conclusie kwam Brussels vicegouverneur Jozef Ostyn in 2014. Toen raadslid Dominiek Lootens (Vlaams Belang) er een discussienota aan wilde wijden in de raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, vond hij echter geen meerderheid bij zijn collega’s. “Niet de bevoegdheid van de VGC,” klinkt het bij de Vlaamse meerderheidspartijen.

Tweetaligheid blijft in Brussel een groot pijnpunt. (© Ivan Put)

Dominiek Lootens-Stael wil de discussie over de niet-naleving van de taalwetgeving in Brussel nieuw leven inblazen. Dit jaar is het namelijk vijftig jaar geleden dat de Belgische taalwetten voor bestuurszaken van kracht werden. Lootens-Stael baseert zich voor zijn bevindingen op het rapport van de Brusselse vicegouverneur Jozef Ostyn, die aanwervingen van Brusselse gemeenten moet nakijken op hun taalgeldigheid, en die beslissingen eventueel kan schorsen als blijkt dat ze niet volgens de regels zijn gebeurd.

De situatie is scheef, zegt Lootens. In 2014 kreeg de vicegouverneur 1.247 dossiers over benoemingen bij de gemeenten, waarvan er slechts 487 in orde waren. Van de 760 illegale benoemingen schorste Ostyn er 520. De overige betrof aanstellingen van korte duur, maar ook dat is een aanfluiting van de wetgeving, zegt Lootens-Stael.

Bij de OCMW’s is de situatie nog ernstiger. Van de 1.599 dossiers die Ostyn kreeg in 2014, waren er 222 in overeenstemming met de taalwet. De vicegouverneur schorste van de 1.377 illegale benoemingen slechts 574 dossiers. Voor de overige benoemingen beriep Ostyn zich eveneens op een tewerkstelling van korte duur.

Na een schorsing door de vicegouverneur komt het normaal gezien de Brusselse regering toe om die schorsing ook effectief toe te passen, waardoor de illegale benoeming vernietigd wordt. Maar geen enkele schorsing werd volgens Lootens-Stael opgevolgd door de regering. Daaruit concludeert het raadslid dat de effectieve vernietiging van illegale benoemingen onbestaande is.

Deze cijfers en de toepassing van het zogenaamde Brusselse taalhoffelijkheidsakkoord – dat aandringt op een politieke regeling van illegale benoemingen maar door de Raad Van State tot tweemaal toe verworpen werd – wilde Lootens in de VGC-raad bespreken. Zijn discussienota werd echter door de meerderheidspartijen Open VLD, SP.A en CD&V verworpen, en ook door oppositiepartij Groen. Alleen de N-VA steunde Lootens.

Zowel SP.A als CD&V vinden dat de taalwetgeving geen bevoegdheid is van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, maar wel van de Brusselse voogdijoverheid of van het federale niveau. Open VLD sluit zich daarbij aan, maar zou tijdens het bewuste ‘uitgebreide bureau’ van vorige week donderdag getwijfeld hebben om de nota toch te bespreken.

Wel in 2000

Vreemd is echter wel dat een nota over exact hetzelfde onderwerp die Lootens in december 2000 op de VGC-raad bracht wel werd besproken. En onlangs werkte de Vlaamse Gemeenschapscommissie zich natuurlijk ook in het nieuws met een discussienota over een naamsverandering. De meerderheidspartijen drongen toen aan op een verandering van het adjectief ‘Vlaams’ in ‘Nederlandstalig’. Ook dat is geen bevoegdheid van de VGC, maar wel van de federale overheid. Dat, en het feit dat een nota over dezelfde problematiek zestien jaar geleden wel werd besproken, wijst erop dat de Vlaamse meerderheidspartijen de illegale benoemingen bij Brusselse gemeenten geen halszaak vinden.

Voor Dominiek Lootens-Stael laat de zaak aan wrange nasmaak achter. “De Vlaamse Gemeenschapscommissie mag toch wel een standpunt innemen over de niet-naleving van de taalwetgeving in Brussel? Anders zie ik niet in wat ik in de VGC doe. We behartigen de belangen van de Vlamingen in Brussel, en de naleving van de taalwetten zijn daarbij uiterst belangrijk.”

Jozef Ostyn zelf zegt dat hij geen politieke interpretatie wil geven over zijn herhaalde rapportages van illegale Brusselse benoemingen. “Dat komt politici toe.” Toch verwijst de vicegouverneur naar de conclusie van zijn meest recente verslag uit 2014, waar Lootens dus ook uit put: “Er is een ernstig probleem met betrekking tot tweetaligheid bij aanwervingen in de Brusselse gemeenten en OCMW’s, en dat is al jaren zo. Er zijn positieve signalen, zoals meer ambtenaren die een taalbrevet halen na hun aanstelling (wat eigenlijk ook niet mag, CD), maar evengoed negatieve tendenzen, zoals het feit dat statutair personeel steeds minder over een taalbrevet beschikt.”

Ostyn zegt dat hij zijn werk goed doet. “Ik schors opgeteld een derde van de aanwervingen van gemeenten. Maar de voogdij-overheid is niet verplicht om me te informeren over de effectieve vernietiging van de door mij geschorste dossiers.”

Dominiek Lootens-Stael zegt van plan te zijn om een resolutie in te dienen over het onderwerp in het Brussels parlement, bij de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, in het Vlaams parlement en op het federale niveau.